Alle startmethoden functioneren in de regelaar. De verschillende functies moeten zo
worden ingesteld zodat ontdooiingen niet vlak achter elkaar kunnen komen.
De ontdooiing kan op de volgende manieren worden uitgevoerd: elektrisch, heetgas
of brine.
De ontdooiing kan worden gestopt op basis van tijd of op basis van temperatuur.
Ontdooimethode
Hier wordt ingesteld hoe de ontdooiing moet worden uitgevoerd: elektrisch of 'geen' .
Tijdens een ontdooiing zal het ontdooirelais geschakeld zijn.
Bij heetgas ontdooiing zal tijdens de ontdooiing het compressorrelais worden inge-
schakeld.
Ontdooistoptemperatuur
Als een ontdooisensor is gemonteerd zal het ontdooien worden gestopt bij de in-
gestelde temperatuur. De ontdooisensor wordt gedefinieerd in parameter d10.
Interval tussen ontdooistarts
Na iedere ontdooiing wordt de timer gestart en zal zodra deze tijd is verstreken een
ontdooiing starten.
Deze functie wordt gebruikt als een eenvoudige ontdooistart, maar kan ook worden
gebruikt als beveiliging voor het geval een ander ontdooisignaal niet ontvangen
wordt.
Als een ontdooistart via de datacommunicatie niet wordt ontvangen, wordt deze
tijdsinterval gebruikt als maximale tijd tussen ontdooiingen.
Wanneer de ontdooiing wordt uitgevoerd met de klokfunctie of datacommunicatie,
moet de tijdsinterval op een langere periode worden ingesteld dan de geplande
ontdooiing, anders zal op deze tijdinval een ontdooiing worden gestart die even later
wordt gevolgd door een geplande ontdooiing.
Bij spanningsval zal de tijdsinterval gehandhaafd blijven en verder tellen zodra de
spanning op de regelaar terug komt.
De tijdsinterval is niet actief wanneer deze op 0 wordt ingesteld.
Maximum ontdooitijd
Deze instelling dient als beveiliging voor het geval dat de ingestelde ontdooi-
temperatuur niet wordt bereikt.
Bij selectie ontdooistop op tijd is dit de tijdsduur van het ontdooien.
Tijdverschuiving van ontdooistarts gedurende de opstartfase
Deze functie is alleen van belang als ontdooistarts van de diverse koelobjecten niet
gelijktijdig mogen plaatsvinden en bovendien gekozen is voor ontdooiing middels
de interne intervalfunctie (d03).
Met deze functie wordt de tijdsinterval, met het ingestelde aantal minuten vertraagd.
Afdruiptijd
Hier kan de afdruiptijd worden ingesteld. In deze tijd druipt het water na een
ontdooiing van de verdamper.
Ventilatorstartvertraging na ontdooien
Instelling van de tijdvertraging voor het starten van de ventilator(en) na ontdooistop
en na afdruiptijd. (Tijdens deze vertraging zal het water aan de verdamper
vastvriezen)
Ventilatorstarttemperatuur
De ventilatoren kunnen ook op de, hier in te stellen, temperatuur (S5) inschakelen.
Als de ingestelde temperatuur niet wordt bereikt binnen de tijd van d07 zal op tijd
worden geschakeld.
Ventilator(en) ingeschakeld tijdens ontdooien
Keuze ventilator(en) AAN of UIT gedurende ontdooien.
Ontdooisensor
Keuze ontdooisensor
0: Geen ontdooisensor. Ontdooistop gebaseerd op tijd.
1: S5
2: Sair
Ontdooien naar behoefte – op basis van totale koeltijd
Stel hier de maximale toegestane koeltijd zonder ontdooiing in. Zodra deze tijd
wordt overschreden, zal een ontdooiing worden gestart.
Met een instelling van 0 is deze functie niet actief.
Ontdooien naar behoefte – op basis van S5 temperatuur
De regelaar zal de effectiviteit van de verdamper volgen en zal, via interne berekenin-
gen en metingen van de S5 temperatuur, een ontdooiing starten als de variatie van
de S5 temperatuur te groot wordt.
Stel hier in hoe groot het 'verval' van de S5 temperatuur mag zijn. Zodra deze waarde
wordt overschreden, zal een ontdooiing worden gestart.
Deze functie kan alleen in 1:1 systemen worden toegepast waar de zuigdruk lager
wordt om de luchttemperatuur te handhaven. In centrale systemen moet deze func-
tie worden uitgeschakeld.
Met een instelling van 20 is deze functie niet actief.
Druk op de onderste toets om de S5 temperatuur in de display uit te lezen.
10
Handleiding RS8DZ410 © Danfoss 02-2006
d01
Def. method
d02
Def. Stop Temp
d03
Def Interval
(0=off )
d04
Max Def. time
d05
Time Stagg.
d06
DripOff time
d07
FanStartDel
d08
FanStartTemp
d09
FanDuringDef
d10
DefStopSens.
d18
MaxTherRunT
d19
CutoutS5Dif.
Defrost temp.
EKC 202