E5jK-T
Voorzorgsmaatregelen bij bekabeling
Breng de ingangsbedrading en de voedingsbedrading aan in gescheiden kabelgoten om de regelaar te beschermen tegen mogelijke externe
storing.
Soldeervrije aansluitingen worden aangeraden bij het bekabelen van de regelaar.
Draai de schroeven van de aansluitklemmen aan met een max. aandraaimoment van 0,78 N S m of 8 kgf S cm. Draai de aansluitschroeven niet
te hard aan.
Voedingsblokken
De E5AK–T/E5EK–T heeft galvanisch gescheiden voedingen voor elk van de hieronder getoonde aansluitklemmen.
E5AK–T
A
B
10
30
31 32
9
29
8
28
7
27
B
6
26
C
5
25
4
24
E
3
23
2
22
33
1
21
F
E5CK–T
A
C
5
10
11 12
4
9
3
8
C
2
7
13 14
1
6
D
B
E5AK–T bedrading
Aansluitspanning
Sluit naar gelang de specificaties 100 tot 240 VAC of 24 VAC/DC aan op klemmen 9 en 10.
Sensor ingang
Sluit de opnemer aan op klemmen 11 t/m 14 en 33 naar gelang het type ingang.
E5EK–T
C
20
19
18
17
B
16
15
14
E
13
12
11
D
De E5CK–T heeft galvanisch gescheiden voedingen voor elk
van de hieronder getoonde aansluitklemmen. De voeding voor
blokken C (relaisuitgang uitgezonderd) en D zijn echter ge-
meenschappelijk voor de E53–CKB en E53–CKF optionele
modules.
Thermo–
koppel
A
B/C
C
10
20
21 22
9
19
8
18
7
17
6
16
5
15
4
14
3
13
12
2
23
1
11
F
D
Weerstands–
Spannings–
opnemer
ingang
Opm.: Klemmen 21 en 22 van de
E5EK–T behoren tot blok B
wanneer de transfer uitgang in-
gesteld is als optiemodule 1 en
tot blok C voor andere optiemo-
dules.
Stroomingang
E5jK-T
17