Inhoudsopgave
Advertenties
IJsbereider
Storing
De ijsbereider werkt niet.
De ijsbereider produceert niet genoeg
ijs of de ijsblokjes zijn vervormd.
De ijsbereider produceert geen ijs.
In de toevoerslang naar de ijsbereider
vormt zich ijs.
Er loopt water uit het apparaat.
Eventuele oorzaak
De ijsbereider is niet op de stroomvoorziening
aangesloten.
De ijsbereider bevat geen vers water.
De vriesruimte-temperatuur is te hoog.
Het apparaat of de ijsbereider werd pas kort
geleden ingeschakeld.
Er werd een grote hoeveelheid ijs uitgehaald.
Lage waterdruk.
Waterfilter verstopt of verbruikt.
De temperatuur in de diepvriesruimte
is te warm.
IJsblokjes hebben zich opgehoopt tegen de
achterkant van de ijsblokjesreservoir.
De ijsbereider is uitgeschakeld.
Het apparaat wordt niet van water voorzien.
De watertoevoerslang is op verschillende
plaatsen geknikt.
Lage waterdruk.
De temperatuur in de diepvriesruimte is
te warm.
Het ijsblokjesreservoir is er niet goed ingezet
Verkeerd afsluitventiel gemonteerd.
Lage waterdruk.
Afsluitventiel niet goed geopend
Ondichtheid van de watertoevoerslang.
Verkeerd afsluitventiel gemonteerd.
Oplossing
Inschakelen van de Servicedienst.
Overtuig u ervan dat de wateraansluiting op de juiste
wijze is aangesloten.
Vriesruimte-temperatuur controleren en eventueel iets
kouder instellen.
Het duurt ca. 24 uur tot de ijsproductie begint.
Het duurt ca. 24 uur tot het ijsblokjesreservoir weer
gevuld is.
Het apparaat uitsluitend aansluiten op
de voorgeschreven waterdruk (zie het hoofdstuk
„Apparaat aansluiten", paragraaf „Wateraansluiting").
Waterfilter vervangen.
De temperatuur in de diepvriesruimte iets kouder
instellen.
IJsblokjes verdelen over de ijsblokjesreservoir.
Vastgevroren ijsblokjes losmaken met een stomp
voorwerp.
IJsbereider op het bedieningspaneel inschakelen.
Neem contact op met de installateur of het
waterleidingbedrijf.
De kraan aan het afsluitventiel dichtdraaien. De geknikte
plekken glad maken, eventueel de slang laten
vervangen.
Het apparaat uitsluitend aansluiten op de
voorgeschreven waterdruk (zie het hoofdstuk Apparaat
aansluiten, paragraaf Wateraansluiting).
De temperatuur in de vriesruimte iets kouder instellen.
De positie controleren, eventueel het reservoir opnieuw
erin zetten.
Verkeerde ventielen kunnen een lage waterdruk
veroorzaken en tot schade aan het apparaat leiden.
Het apparaat uitsluitend aansluiten op
de voorgeschreven waterdruk (zie het hoofdstuk
„Apparaat aansluiten", paragraaf „Wateraansluiting").
Afsluitventiel helemaal openen.
Slang alleen door een originele slang van de fabrikant
laten vervangen.
Verkeerde ventielen kunnen een lage waterdruk
veroorzaken en tot schade aan het apparaat leiden.
nl
21
Advertenties
Inhoudsopgave
