BEDIENING
Functies en bediening van de oven
Oven met gedwongen luchtcirculatie
(verwarmingselement hetelucht
+ ventilator)
De oven kan verwarmd worden met behulp
van een verwarmingselement bovenaan en
onderaan, een grillelement en een verwar-
mingselement voor heteluchtcirculatie. De
oven kan bediend worden met behulp van de
draaiknop voor de functie van de oven - draai
de draaiknop naar de gewenste functie om
de oven in te stellen – en met behulp van de
draaiknop van de temperatuurregelaar – draai
de draaiknop naar de gewenste temperatuur
om de oven in te stellen.
De draaiknoppen zijn "verborgen" in het bedie-
ningspaneel, om een functie te kiezen gaat u
als volgt tewerk:
- druk zachtjes de draaiknop in en laat hem
weer los,
- stel de gewenste functie in. De aanduiding
rond de draaiknop komt overeen met de ope-
envolgende functies die door de oven uitgevo-
erd kunnen worden.
De oven kan uitgeschakeld worden door beide
draaiknoppen in de stand ""/"0" te plaatsen.
Opgelet!
Als er een functie van de oven inge-
steld is, wordt de verwarming (van
een verwarmingselement enz.) pas
aangeschakeld als de temperatuur
ingesteld is.
0
119
0
Nulstand
Snel verwarmen
Verwarmingselement hetelucht en gril.
Toegepast voor het voorverwarmen
van de oven.
Ontdooien
Alleen de ventilator is ingeschakeld, er
wordt geen enkel verwarmingselement
gebruikt.
Ventilator en supergrill
Als de draaiknop in deze stand staat,
wordt de functie supergrill met ven-
tilator uitgevoerd. In de praktijk laat
deze functie toe om het braadproces
te versnellen en de smaak van de
gerechten te verbeteren. Zorg dat de
deur van de oven gesloten is tijdens
de bereiding.
Supergrill
Met de functie „supergrill" worden
gerechten gegrild terwijl het verwar-
mingselement bovenaan ook aange-
schakeld is. De functie laat toe om een
hogere temperatuur in de bovenlaag
van de oven te bereiken, waardoor
de gerechten meer gebruind worden.
Dit laat ook toe om grotere porties te
braden.
Grill aangeschakeld
Oppervlakkig "grillen" wordt toegepast
om kleine porties vlees te braden: ste-
aks, schnitzels, vis, toasts, worstjes,
ovenschotels te grillen (het gegrilde
gerecht mag niet dikker dan 2-3 cm
zijn, tijdens het bakken moet het
omgedraaid worden).
Verwarmingselement onderaan
aangeschakeld
Bij deze stand wordt de oven enkel
met het verwarmingselement onde-
raan verwarmd. Bijbakken van gebak
onderaan (bv. vochtig gebak en gebak
met vruchten).