5.5 VERBINDING MET DE ELEKTRICITEIT
Voor de installatie van de kachel dienen we, om de kachel aan te steken, te beschikken over een stopcontact van 230V met
aarding, die kan weerstaan aan een vermogen van ten minste 450W en met een eigen differentieel.
De kachel wordt gevoed met een stroomkabel die verbonden wordt met een stopcontact van 230V. Controleer of de
algemene schakelaar van de kachel op 0 staat en sluit vervolgens de voedingskabel aan, eerst achteraan de kachel en
vervolgens op het aansluitpunt van de elektriciteit.
Wettelijk dient de installatie voorzien te zijn van een aarding en een differentieelschakelaar. We moeten ons ervan verzekeren
dat de elektrische voedingskabel, in zijn definitieve positie, niet in contact komt met warme onderdelen.
Het stopcontact dient monofasisch te zijn met fase, neutraal en aarding.
Als de netspanning niet sinusoïdaal is (bijvoorbeeld generatoren en andere apparaten) zou de kachel fouten
kunnen geven.
6. GEBRUIKSINSTRUCTIES VOOR HET CONTROLEPANEEL
Hierna volgt een beeld van de display die bestaat uit 4 knoppen en 2 displays met elk 4 cijfers, die bovendien informatieve led's
bevatten zoals hieronder weergegeven:
Toets
P1
P2
P3
P4
Indrukken
Informatie/menu verlaten
Wijziging thermostaat (+)/Verhoging
Wijziging vermogen verbranding
Wijziging thermostaat (-)/Verlaging
Functie
Eerste vulling wormschroef
20
Langdurig indrukken
Aan/Uit/Reset alarmen