Configuratie van de dome
11
Configuratie van de dome
11.1
OSD-menu's
44
Siemens Building Technologies
Fire Safety & Security Products
De meeste geavanceerde functies van de Solaris™ dome worden geconfigureerd
aan de hand van menu's die op het on-screendisplay (OSD) van de camera
verschijnen. Dit onderdeel van de handleiding behandelt het gebruik van het OSD-
menusysteem en de beschikbare opties.
Bij nieuwe domes die weer op de fabrieksinstellingen werden ingesteld, staat er
een standaardtour ingesteld met zestien preset posities (1 tot 16). Deze preset
posities kunnen worden overschreven door nieuwe posities op te slaan of door
'Clear Presets' (Presets wissen) te kiezen in het herstelmenu.
Het menusysteem dat op het OSD verschijnt, wordt bestuurd door de toetsen op
de telemetriecontroller van het systeem. Omdat de Solaris™ dome kan worden
bestuurd door een breed gamma telemetriecontrollers, is het mogelijk dat de
positie en naam van de verschillende toetsen van systeem tot systeem verschillen.
Zie hoofdstuk 12 Gebruik en instelling van de telemetriecontroller voor specifieke
informatie.
Overzicht menuschema's
Het OSD-hoofdmenu bevat 8 items die allemaal naar een submenu met
commando's leiden. De details van elk submenu en de commando's die ze
bevatten, worden op de volgende pagina's als schema's voorgesteld.
CAMERA
Dit menu biedt toegang tot verschillende geavanceerde functies van de camera.
Zie hoofdstuk 11.1.2 Het cameramenu voor meer informatie.
PRESETS
Dit menu dient om stilstaande preset posities en voorgeprogrammeerde tours van
TOURS
specifieke presets in te stellen en om een van de vier patronen op te nemen - een
PATTERNS
reeks manuele bewegingen die kunnen worden opgenomen en vervolgens
worden afgespeeld als alternatief voor een tour. Het wordt ook gebruikt om acties
aan presets toe te wijzen, zoals het oproepen van tours en het toewijzen van
presets aan alarmen. Zie hoofdstuk 11.1.3 Het presets-, tours- en patroonmenu
voor meer informatie.
PRIVACY
Met dit deel van het menusysteem kunt u privacy zones instellen. Dit zijn vooraf
ZONES
gedefinieerde delen van het gezichtsveld van de camera die worden verhuld om
privacy te bieden aan de aanwezigen in dat bepaalde deel. Zie hoofdstuk 11.1.4
Het privacy-zonemenu voor meer informatie.
SOFT LIMITS
Met Soft Limits kunt u softwarematige beperkingen die de verticale bewegingen
AND SECTORS
van de camera begrenzen, instellen. Sectors maakt de afzonderlijke identificatie,
op naam, van de 16 beschikbare sectoren in de horizontale bewegingen van de
Solaris™ dome mogelijk.
08.2006