5. Gebruik de ▼ toets om "File name" te selecteren.
6. Wijzig de laatste vier cijfers van "AU 2_ 0000" om de bestandsnaam in te voeren.
Bij gebruik van Auto 2 data opslag zonder de timer functie kan verder worden gegaan
met stap 11.
7. Stel de "Start" datum en tijd in (maand, dag, uur, minuut) en de "Stop" datum en tijd
(maand, dag, uur, minuut). (Er is geen instelling voor het jaartal).
8. Gebruik de ▲ en ▼ toetsen om de cursor naar de "Interval" functie te verplaatsen en
gebruik de ◄ en ►toetsen om de meetcyclus te selecteren.
Staat deze functie op "Off", dan worden berekeningen en data opslag continu
uitgevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van de instelling van de meetduur.
Interval instelling
Meettijd ingesteld
met Meas. time
Start meting
Meting loopt
Bij het instellen van de meetparameters moet de waarde
van de meetduur (Meas. time) de waarde van de
meetcyclus (Interval) niet overschrijden. Anders
verschijnt er een foutmelding op het display als de meting
wordt gestart.
Zijn de start- en stoptijd van de meting hetzelfde, dan
wordt de meting niet uitgevoerd.
Data worden opgeslagen
in geheugenadres 1
Power save
mode
Meetcyclus ingesteld
met Interval
Opmerking
- 96 -
Meettijd ingesteld
met Meas. time
Data worden opgeslagen
in geheugenadres 2
Meetcyclus ingesteld
met Interval
Geheugenfuncties