WERKING VAN HET APPARAAT
Ledigen van het verzamelde water
Er zijn drie manieren om het verzamelde water te
legen.
1. Gebruik van het reservoir
• Wanneer het apparaat is uitgeschakeld en het reservoir vol,
brandt het indicatie lampje Vol.
• Wanneer het apparaat is ingeschakeld en het reservoir vol is,
schakel dan de compressor en ventilator uit en het lampje Vol
gaat branden, de digitale display toont P2.
• Trek het reservoir langzaam naar buiten. Pak het linker en rechter
handvat en trek het reservoir voorzichtig naar buiten, zodat er geen
water wordt gemorst. Zet het reservoir niet op de vloer, als de
bodem van het reservoir ongelijk is. Anders kan het reservoir
omvallen en kan er water gemorst worden.
• Schakel het apparaat uit, voor u het reservoir eruit neemt. Het
reservoir moet goed op de juiste plaats vastzitten, zodat de
luchtontvochtiger functioneert.
• Het apparaat start opnieuw, als het reservoir weer op de juiste
plaats zit.
OPMERKINGEN:
• Raak geen onderdelen aan in het apparaat, als u het reservoir
eruit neemt. Dit kan het apparaat beschadigen. Schuif het
reservoir helemaal voorzichtig in het apparaat
• Als u het reservoir tegen iets aanstoot of niet veilig naar binnen
schuift, doet het apparaat het misschien niet.
• Als de pompslang bij het verwijderen van het reservoir druppelt
(zie Afb.7), moet u de pompslang op de juiste wijze opnieuw
aan het apparaat bevestigen, voordat u het reservoir er weer in
plaatst (zie Afb. 8).
• Als u het reservoir verwijdert en er nog steeds water in het
apparaat is, moet u het afdrogen.
• Wanneer het apparaat is ingeschakeld en het reservoir vol is,
schakel dan de compressor en ventilator uit en het lampje Vol
gaat branden, de digitale display toont P2.
• Wanneer het apparaat is uitgeschakeld en het reservoir
verwijderd wordt, piept het apparaat acht keer en toont de
digitale display Eb.
2. Continu ledigen
Het water kan automatisch in een afvoerputje worden geleegd door
een waterslang (Id ≥ 5/16", niet inbegrepen) met busschroefverbinding
aan te sluiten (ID:M=1", niet inbegrepen)
OPMERKING: Bij sommige modellen zit in de zijkantpagina
busschroefverbinding opgenomen
•
erwijder de kunststof dop van de achterste afvoeraansluiting
van het apparaat en leg hem opzij, duw dan de afvoerslang
door de afvoeraansluiting van het apparaat en voer de
afvoerslang naar de vloerafvoer of een geschikt afvoerpunt. (Zie
Afb.9 en Afb.10)
•
ls u de kunststof dop verwijdert en er nog water aan de
afvoeraansluiting aan de achterkant van het apparaat is, moet u dat
afdrogen. Let op veilige bevestiging van de slang, zodat er niets
weglekt en let erop, dat het slanguiteinde recht of schuin naar
beneden loopt, zodat het water gelijkmatig weg kan lopen.
1. Trek het reservoir langzaam naar buiten.
Afb. 5
2. Houd beide zijden van het reservoir
gelijkmatig vast
en trek hem uit het
apparaat.
Afb. 6
3. Giet het water eruit.
Monteer de
Afb. 7
Afb. 8
Pompslang
pompslang weer
drogen
op de juiste wijze
Verwijder de kunststof
dop door deze linksom
Afb. 9
te draaien.
V
A
Busschroefdraadzijde
Afvoerslang
OPMERKING: Als de continue stroom niet wordt gebruikt, verwijder dan de afvoerslang van de
aansluiting en droog het water van de aansluiting van de afvoerslang.
Ledigen van het verzamelde water
3. POMP ledigen (geldt voor sommige modellen)
Het water kan automatisch in een afvoerputje of een
geschikte afvoervoorziening geleegd worden, doordat de
pompafvoer met een pompafvoerslang (of Φ = 1/4, ˮ
meegeleverd).
• Verwijder de slang voor de continue afvoer van het apparaat
en schroef op de afvoeraansluiting een kunststof dop met de
klok mee aan. (Zie Afb. 11).
• Leidt de pompafvoerslang minimaal 15 mm diep in de
aansluiting voor de pompslang (zie Afb. 11), voer dan
• de waterslang op de vloerafvoer of een geschikte afvoerpunt.
Druk op de pompknop van het apparaat, om de pomp aan te
zetten. Wanneer het reservoir vol is, schakelt hij aan.
OPMERKING: Bij het opstarten kan de pomp 3-5 minuten
lawaai maken. Dit is een normaal verschijnsel.
• Bevestig de slang veilig, zodat er niets uitloopt.
• Voer de slang naar de afvoer en zorg ervoor, dat geen
knikken de waterafvoer belemmeren.
• Bevestig het slanguiteinde in de afvoer en zorg ervoor, dat het
slanguiteinde vlak of bergaf ligt, zodat het water gelijkmatig
kan weglopen. Leeg hem nooit opwaarts.
• Stel de gewenste vochtigheidsgraad en de ventilatorsnelheid
op het apparaat in, zodat de pompafvoer begint.
OPMERKING: De indicator pompwerking knippert met 1 Hz,
als een bedrijfsstoring bij de pomp optreedt..
Schakel het apparaat uit en trek de stekker eruit.
Controleer de volgende zaken:
• Reinig de filter van de pomp.
-
Neem het reservoir uit het apparaat, demonteer de pomp en
reinig de filter van de pomp (zie Afb.12).
• Controleer of de pompafvoerslang niet geknikt of geblokkeerd
is. Leeg het waterreservoir.
• Monteer de pompslang weer, als het druppelt, en zet het
reservoir er op de juiste wijze in. Schakel het apparaat aan.
Als de storing opnieuw optreedt, bel dan de klantenservice.
OPMERKING: Gebruik deze functie niet wanneer de
buitentemperatuur gelijk is aan of lager dan 0°C (32°F), omdat
het water anders bevriest, de waterslang blokkeert en tot
uitvallen van het apparaat leidt.
Leeg het reservoir eenmaal per week,als u de
Pompen legen toepassen. Als de afvoerpomp niet wordt
gebruikt, verwijder dan de pompafvoerslang van de
aansluiting.
• Druk de aansluiting van de pompafvoerslang erin
en neem de pompafvoerslang eruit. (zie Afb.13). Zorg ervoor,
dat het water niet uit de pompslang op de vloer druppelt.
WERKING VAN HET APPARAAT
Breng de
kunststof dop
weer aan.
Aansluiting voor
Pompafvoerslang
pompafvoerslang
Afb. 11
Filter van de pomp-
Afb. 12
2, Neem de
pompafvoerslang
er uit
1, Druk de aansluiting van de
pompafvoerslang erin
Afb. 13