20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
Bevestig de instelling met ENTER - het menu wordt automatisch afgesloten.
14.4 Menu voor het instellen van sirenevolume
Het menu is alleen beschikbaar voor sirenes. In het menu stelt de installateur het geluidsvolume van de sirene
in.
Om het geluidsvolume in te stellen vanuit het hoofdmenu, scrol naar 4. DEVICE SETUP (Apparaatinstellingen)
en selecteer een sirenenummer met de pijltjestoetsen. Druk op de knop ENTER. Selecteer menu 3. VOLUME
en druk op ENTER. Er zijn twee instellingen, aangezien de huidige instelling op het scherm wordt weergegeven.
De instelling kan worden veranderd met de pijltjestoetsen omhoog/omlaag:
•
HIGH - (Hoog) standaard ingesteld.
•
LOW (Laag).
Bevestig de instelling met ENTER - het menu wordt automatisch afgesloten.
14.5 Menu voor het instellen van de sirenemodus
Het menu is alleen beschikbaar voor sirenes. In het menu stelt de installateur de werkingsmodus in.
De instelling van dit menu heeft geen invloed op de signalering tijdens de
LET OP:
zoekprocedure van een apparaat.
Om de werkingsmodus in te stellen vanuit het hoofdmenu, scrol naar 4. DEVICE SETUP (Apparaatinstellingen)
en selecteer een sirenenummer met de pijltjestoetsen. Druk op de knop ENTER. Selecteer menu 4. MODE en
druk op ENTER. De huidige ingestelde werkingsmodus wordt op het scherm weergegeven. De instelling kan
worden veranderd met de pijltjestoetsen omhoog/omlaag:
•
SOUND+STROBE - (SIRENE+ FLITSLICHT) standaard ingesteld. Zowel het flitslicht als de sirene zijn actief
in geval van een brandalarmgebeurtenis.
•
SOUND (SIRENE). Alleen de sirene is actief in geval van een brandalarmgebeurtenis.
660Hz 1,8s ON/0,625s OFF
660Hz 0,15s ON/0,15s OFF
510Hz, 0,25s/ 610Hz, 0,25s
800/1000Hz 0,5s elk (1Hz)
250Hz - 1200Hz @ 12Hz
500Hz - 1200Hz @ 0,33Hz
2400Hz - 2900Hz @ 9Hz
2400Hz - 2900Hz @ 3Hz; 2500Hz (hoofdgeluidsfrequentie)
800Hz - 970Hz @ 100Hz
800Hz - 970Hz @ 9Hz
800Hz - 970Hz @ 3Hz
800Hz, 0,25s ON/1s OFF
600Hz– 1100Hz, 2,6s/0,4s OFF
22