6. PCB-elementen
Om toegang te krijgen tot de PCB van de module, opent u de behuizing (volg de stappen die aan het begin van
de handleiding zijn beschreven). De PCB is af fabriek aan de achterkant van de frontplaat gemonteerd.
1. Klemmen voor aansluiting op de conventionele zonelijn - punt 7.2.
2. Klemmen voor aansluiting op het sirenecircuit - punt 7.3
3. Klemmen voor aansluiting op de voedingseenheid - punt 7.1
4. Klemmen voor het monitoren van de voeding - punt 7.1
5. Micro-USB voor het lezen van de configuratie met LogiProg software.
6. Knop om naar de programmering- en instellingenmenu's te gaan.
7. Antenne-aansluiting.
8. Klemmen voor aansluiting van de EOL's voor zone-alarm - punt 7.4.
9. PCB-geheugen met opgeslagen huidige systeemconfiguratie, zie ook punt 19.
10. Led-signaleringen - zie de gedetailleerde beschrijving bij punt 8.
11. Tamper-knop ter beveiliging van de modulebehuizing.
7. Aansluiting op de lijn
LET OP:
brandmeldcentrale moeten worden uitgevoerd terwijl de hoofd- en reservevoedingen van beide
apparaten zijn uitgeschakeld.
De module is uitgerust met een 2-positie klemmenblok voor eenvoudige bedrading van alle
elektrische circuits. Om een verbinding te maken, hoeft u alleen de klem vast te pakken en hem
uit het printklemmenblok te verwijderen. Voer de bedrading uit met inachtneming van de
polariteit volgens het aansluitschema verderop in deze installatiehandleiding. Plaats dan het
2-positie klemmenblok terug op het printklemmenblok.
-Zn O+ -Zn I+ -SndO+ -SndI+ -PW+
Alle kabelverbindingen tussen de wireless uitbreidingsmodule en de conventionele
3V Inp
12