Wasresultaat is slecht: Kleding ruikt onaangenaam.
(**)
• Geuren en bacteriën hebben zich aan de trommel gehecht
door het doorgaans wassen op lage temperaturen en/of in
korte programma´s. >>>Laat het wasmiddelvak alsmede
de laaddeur van de machine op een kier staan na iedere
wasbeurt. Zo blijft de machine geen vochtige omgeving waar
bacteriën goed gedijen.
Kleur van de kleding is vervaagd. (**)
• Te veel wasgoed geladen. >>>Laad de machine niet
overmatig.
• Het in gebruik zijnde wasmiddel is vochtig. >>>Bewaar
wasmiddel afgesloten in een vochtvrije ruimte en stel deze niet
bloot aan extreme temperaturen.
• Er is een hogere temperatuur geselecteerd. >>>Selecteer het
juiste programma en de juiste temperatuur overeenstemmend
het soort en vervuilingsgraad van het wasgoed.
De wasmachine spoelt niet goed.
• De hoeveelheid, het merk en de bewaaromstandigheden van
het wasmiddel zijn ongeschikt. >>>Gebruik een geschikt
wasmiddel voor de wasmachine en uw wasgoed. Bewaar
wasmiddel afgesloten in een vochtvrije ruimte en stel deze niet
bloot aan extreme temperaturen.
• Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan. >>>Indien het
wasmiddel in het voorwasvak is gedaan zonder het selecteren
van een voorwas, kan de machine dit wasmiddel opnemen
tijdens de spoel- of wasverzachterfase. Doe het wasmiddel in
het juiste vak.
• Pompfilter is verstopt. >>>Reinig het filter.
• Afvoerslang is dubbelgevouwen. >>>Controleer
afvoerslang.
Wasgoed werd stijf na het wassen. (**)
• Er is onvoldoende hoeveelheid wasmiddel gebruikt. >>>Het
gebruik van onvoldoende hoeveelheid wasmiddel voor de
waterhardheid kan veroorzaken dat het wasgoed met de tijd
stijf wordt. Gebruik een geschikte hoeveelheid wasmiddel
overeenkomstig de waterhardheid.
• Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan. >>>Indien het
wasmiddel in het voorwasvak is gedaan zonder het selecteren
van een voorwas, kan de machine dit wasmiddel opnemen
tijdens de spoel- of wasverzachterfase. Doe het wasmiddel in
het juiste vak.
• Wasmiddel is gemengd met de wasverzachter. >>>Meng
geen wasverzachter met wasmiddel. Was en reinig de lade met
heet water.
Wasgoed ruikt niet naar de wasverzachter. (**)
• Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan. >>>Indien het
wasmiddel in het voorwasvak is gedaan zonder het selecteren
van een voorwas, kan de machine dit wasmiddel opnemen
tijdens de spoel- of wasverzachterfase. Was en reinig de lade
met heet water. Doe het wasmiddel in het juiste vak.
• Wasmiddel is gemengd met de wasverzachter. >>>Meng
geen wasverzachter met wasmiddel. Was en reinig de lade met
heet water.
78 / FL
Wasmiddelresten in de wasmiddellade. (**)
• Wasmiddel is in een natte lade gedaan. >>>Droog de
wasmiddellade voor er wasmiddel in te doen.
• Wasmiddel is vochtig geworden. >>>Bewaar wasmiddel
afgesloten in een vochtvrije ruimte en stel deze niet bloot aan
extreme temperaturen.
• Waterdruk is laag. >>>Controleer de waterdruk.
• Het wasmiddel in het hoofdwasvak is nat geworden tijdens de
waterinname voor de voorwas. Gaten van het wasmiddelvak
zijn geblokkeerd. >>>Controleer de gaten en reinig deze als
ze zijn verstopt.
• Er is een probleem met de wasmiddelladekleppen. >>>Bel de
Geautoriseerde Onderhoudsmonteur.
• Wasmiddel is gemengd met de wasverzachter. >>>Meng
geen wasverzachter met wasmiddel. Was en reinig de lade met
heet water.
Er is wasmiddel achtergebleven op het wasgoed. (**)
• Te veel wasgoed geladen. >>>Laad de machine niet
overmatig.
• Verkeerde programma en temperatuur waren geselecteerd.
>>>Selecteer de juiste temperatuur en programma voor het
te wassen wasgoed.
• Er is een verkeerd wasmiddel gebruikt. >>>Selecteer de juiste
temperatuur voor het te wassen wasgoed.
Er vormt zich te veel schuim in de machine. (**)
• Er worden voor de wasmachine onjuiste wasmiddelen gebruikt.
>>>Gebruik orgineel wasmiddel geschikt voor de machine.
• Er is teveel wasmiddel gebruikt. >>>Gebruik de aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel.
de
• Wasmiddel was bewaard onder onjuiste omstandigheden.
>>>Bewaar wasmiddel op een afgesloten en droge plek.
Bewaar deze niet in overmatige warme plekken.
• Sommige netachtige stoffen zoals voile kunnen te veel
schuimen door hun weefselstructuur. >>>Gebruik kleinere
hoeveelheden wasmiddel voor dit soort artikelen.
• Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan. >>>Doe het
wasmiddel in het juiste vak.
• Wasverzachter wordt te vroeg ingenomen. >>>Er kan een
probleem zijn in de kleppen of in de wasmiddellade. Bel de
Geautoriseerde Onderhoudsmonteur.
Er komt schuim uit de wasmiddellade.
• Er is teveel wasmiddel gebruikt. >>>>Meng 1 eetlepel
verzachter en ½ l water en giet in het hoofdwasvak van de
wasmiddellade.
• Plaats een dusdanige hoeveelheid wasmiddel in de machine
geschikt voor de programma´s en maximale lading zoals
aangegeven in "Tabel programma en verbruik". Indien
u
chemische
bleekmiddelen enz.) dient u de hoeveelheid wasmiddel te
verminderen.
Wasgoed blijft nat na het beëindigen van het
programma. (*)
• Er heeft overmatige schuimvorming plaatsgevonden en het
automatische schuimabsorptiesysteem is ingeschakeld door
het gebruik van te veel wasmiddel. >>>Gebruik de aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel.
Wasdroogcombinatie / Gebruiker Handleiding
producten
toevoegt
(vlekverwijderaars,