3.5.5 Montage-instructie
Het product moet met water gevuld zijn voor de stroom wordt ingeschakeld.
!
De afvoerleiding van een veiligheidsvoorziening moet ten minste één leidingmaat groter
!
zijn dan de nominale uitlaatmaat van de veiligheidsvoorziening (< 9m lengte). De afvoer-
leiding moet doorlopend aflopend zijn, ononderbroken en te allen tijde vorstvrij zijn.
Het product wordt geplaatst in een ruimte met een afvoer in de vloer.
!
De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid als deze bepaling niet wordt opgevolgd.
Het product moet loodrecht en horizontaal worden gemonteerd, op een vloer of muur, ge-
!
schikt voor het totaalgewicht van het product in bedrijf. Zie het typeplaatje.
Het product moet een vrije ruimte hebben voor onderhoud van 40 cm voor de elektrische
!
afdekking / 10 cm boven het hoogste punt.
3.5.6 Montage-aanbevelingen
Zorg voor voldoende afstand naar de vloer. Schroef de meegeleverde stelpootjes ten minste 15
-
mm t.o.v. de onderkant van het product uit.
Een evt. overloopleiding vanaf de veiligheidsklep naar de afvoer (1) en de netkabel naar het stop-
-
contact (2) moeten liggen onder de kanalen in de onderkant van het product.
Bij een dichte terugslagklep moeten een reduceerventiel en expansievat worden gemon-
-
teerd (voorkomt druppels van de veiligheidsklep).
Als de maximale waterdruk de 6 bar over de dag overschrijdt, moeten een reduceerventiel en ex-
-
pansievat worden gemonteerd.
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIG
!
AANBEVELINGEN
2
1
9