3.4.1
Frequentieaandrijving
De ventilatormotor heeft een frequentieaandrijving. Een afzonderlijke frequentieregelaar is naast het bedieningspaneel
gemonteerd.
3.4.2
Servomotors
De gecombineerde regeling van de gastoevoerklep en de luchtklep door servomotors regelt de gas- en luchtstroom voor de
brander. De servomotors hebben eindschakelaars, die kunnen worden gebruikt om het aantal slagen in te stellen. Als een
servomotor het nokkeneind bereikt, wordt hij elektronisch uitgeschakeld.
3.5
Thermostaatset van de ketel
De thermostaatset van de ketel bestaat uit drie componenten:
1
De laag-waterpeilsensor is verbonden met een uitschakelrelais in het bedieningspaneel om een uitschakelsysteem voor laag
waterpeil te vormen (zie §2.9).
De thermostaatset van de ketel is bij levering nog niet geïnstalleerd. Zie §4.4 voor installatie-instructies.
Automatische ventilatorbrander | Gebruikshandleiding
Zie de OEM-handleiding of §6.2 van deze gebruikshandleiding voor meer informatie en instructies.
2
3
Zie de OEM-handleidingen (JUMO) voor meer informatie.
1.
Maximumketeltemperatuur-thermostaat
2.
Temperatuursensor (pt100)
3.
Laag-waterpeilsensor
19
rev-03_July 2020