GEBRUIKERSHANDBOEK TC-9102/TM-9100
2.5.3. Uitgangen
Afhankelijk van het type regelaar, zoals onder 2.1 Modellen/Bestelnummers op bladzijde 3
weergegeven, zijn volgende soorten uitgangen beschikbaar:
REGELUITGANGEN
0...10V=: de uitgang is een analoge spanning tussen 0 en 10V=, direct proportioneel met de
uitgang van de regelaar van 0-100%. Het aan te sluiten regelorgaan voor verwarmen wordt
aangesloten op de klemmen 30 en 31 en dat voor koelen op 40 en 41.
PWM-regelsignaal: De uitgang is een pulsbreedte gemoduleerd hoogfrequentiesignaal (PWM)
waarvan de pulsbreedte gevarieerd wordt in functie van de regelaaruitgang van 0...100%. De
uitgang is speciaal bedoeld voor gebruik met het aanstuurmoduul voor magneetkleppen van
Johnson Controls. (Bestelcode VA-7400-8950). Deze wordt voor verwarmen aangesloten op
de klemmen 30 en 31 en dat voor koelen op 40 en 41.
DAT-uitgang: Deze uitgang is een triac voor de aansturing van een open/dicht servomotor
of een elektrische verwarming. Hierbij wordt de triac, in relatie met een tijdbasis van 300 s.
zo aangestuurd dat de inschakelduur proportioneel is met de softwarematige uitgang van de
regelaar. Bijvoorbeeld: moet de uitgang op 40% worden versteld, dan schakelt de triac
afwisselend 120 seconden in en 180 seconden uit. Het aan te sluiten regelorgaan voor
verwarmen wordt aangesloten op de klemmen 30 en 31 en dat voor koelen op 40 en 41.
Om onnodig schakelen van de regelklep te voorkomen wanneer de uitgang tussen 0 en 5%
is, blijft de triac dan uitgeschakeld en wanneer de uitgang tussen 95 en 100% is blijft de triac
ingeschakeld.
Fig.2.6.: DAT-uitgang
PAT-uitgang: deze uitgang bestaat uit twee triacs voor de aansturing van omkeerbare
elektrische servomotoren met standaard ingestelde looptijd van 60 sec. De berekende stand
van de klep wordt omgezet in een inschakelduur. Bijvoorbeeld: om een regelklep die dicht
is naar 40% open te verstellen, zal de triac 24 seconden worden ingeschakeld. Om onnodige
slijtage van de regelafsluiter te voorkomen, wordt de triac-uitgang alleen geschakeld wanneer
de uitgang meer dan 1% afwijkt van de vorige aansturing. Het aan te sluiten regelorgaan voor
verwarmen wordt aangesloten op de klemmen 30, 31 en 32 en dat voor koelen op 40, 41 en
42.
10
2. HARDWAREBESCHRIJVING TC-9102
1295