BEDIENING
Bediening van het apparaat
Het bedieningspaneel staat weergegeven op afbeelding 10. Om het u
makkelijk te maken staat hij ook hieronder:
Regelen van de temperatuur in het apparaat
Het bedieningspaneel bevindt zich in het apparaat, op de bovenste wand
van de koelruimte. Druk enkele malen op
gen, de display geeft de ingestelde waarde aan.
Druk op
om het apparaat uit te schakelen. Deze sensor dient ook om
het apparaat in te schakelen.
Aanvullende informatie betreffende de temperatuur
•
Er zijn veel factoren die invloed hebben op de temperatuur in het
apparaat. De instelling van de draaiknop is onder andere afhankelijk
van de omgevingstemperatuur, de hoeveelheid zonlicht, de frequen-
tie waarmee het apparaat wordt geopend, de hoeveelheid levensmid-
delen. De middelste positie van de draaiknop is in de meeste gevallen
het meest optimaal.
•
De cellen dienen met levensmiddelen pas na het afkoelen opgevuld
worden min. na 4 uur werking van het apparaat.
•
Het is niet aangeraden om de temperatuur vanwege de verandering
van seizoenen in te stellen. De stijging van de omgevingstemperatuur
wordt door de sensor ontdekt en gaat de compressor automatisch
langer werken om de gewenste binnentemperatuur te behouden.
•
Geringe veranderingen van de temperatur zijn normaal en kunnen
ontstaan door bv. een groot aantal verse producten in de koelkast te
bewaren of wanneer de deur door een langere periode open stond.
Het heeft geen invloed op de levensmiddelen en de temperatuur gaat
snel terug naar de normale waarde.
1
2
3
4 5
- 40-
6
7
om de temperatuur te wijzi-