Optie
Beschrijving
Standaardinstelling: Enable Strong Password (Sterk wachtwoord inschakelen) is niet geselecteerd.
Password
Hiermee kunt u de minimum- en maximumlengte van de beheerders- en systeemwachtwoorden bepalen.
Configuration
•
•
Password Bypass
Hiermee kunt u de toestemming in- of uitschakelen voor het omzeilen van het systeem- of interne HDD-
wachtwoord, wanneer deze zijn ingesteld. De opties zijn:
•
•
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Password Change
Hiermee kunt u de wachtwoorden voor het systeem en de harde schijf wijzigen wanneer het
administratorwachtwoord is ingesteld.
Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen op niet-beheerderswachtwoorden
toestaan) is geselecteerd
Non-Admin Setup
Met deze optie bepaalt u of wijzigingen in de installatieopties zijn toegestaan wanneer er een
Changes
beheerderswachtwoord is ingesteld. Als deze optie is uitgeschakeld, worden de installatieopties vergrendeld door
het beheerderswachtwoord.
Allow Wireless Switch Changes (Draadloze switchwijzigingen toestaan) is standaard niet geselecteerd.
UEFI Capsule
Deze optie bepaalt of het systeem BIOS-updates via UEFI capsule updatepakketten toestaat. Deze optie is
Firmware Updates
standaard ingeschakeld.
TPM 2.0 Security
Hiermee kunt u de Trusted Platform Module (TPM) tijdens POST inschakelen. De opties zijn:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Computrace
Hiermee kunt u de optionele software Computrace in- en uitschakelen. De opties zijn:
•
•
•
26
System setup
OPMERKING:
Als Strong Password (Sterk wachtwoord) is ingeschakeld, moeten de beheerders- en
systeemwachtwoorden minimaal één hoofdletter en één kleine letter bevatten en uit ten minste 8
tekens bestaan.
Minimaal 4 (standaard), u kunt desgewenst het aantal verhogen.
Maximaal 32, u kunt desgewenst het aantal verlagen.
Disabled (uitgeschakeld)
Reboot bypass (Opnieuw opstarten omzeilen)
TPM On (TPM aan), standaard ingeschakeld
Clear (Wissen)
PPI Bypass for Enable Commands (PPI overslaan voor ingeschakelde opdrachten) - standaard ingeschakeld
PPI Bypass for Disabled Commands (PPI overslaan voor uitgeschakelde opdrachten)
Attestation Enable (Attestatie inschakelen), standaard ingeschakeld
Key storage enable (Opslag sleutels inschakelen), standaard ingeschakeld
SHA-256, standaard ingeschakeld
Disabled (uitgeschakeld)
Enabled (Ingeschakeld), standaard ingeschakeld
Deactivate (Deactiveren)
Disable (Uitschakelen)
Activate (Activeren), standaard ingeschakeld
OPMERKING:
De opties Activate (Activeren) en Disable (Uitschakelen) zorgen ervoor dat de functie
permanent wordt geactiveerd of uitgeschakeld en er geen andere wijzigingen meer kunnen worden
uitgevoerd.