h
Plastic tape
1 Na het aanleggen van de afvoerleiding, koelmiddelleiding en de
elektrische bedrading, wikkel de koelmiddelleiding, de kabel
tussen de units en de afvoerslang samen met isolatietape. Laat
de tape bij elke omwikkeling minstens de helft van de breedte
overlappen.
a
b
c
d
f
e
a
Afvoerslang
b
Kabel tussen units
c
Montageplaat (accessoire)
d
Koelmiddelleiding
e
Bevestigingsschroef binnenunit M4×12L (accessoire)
f
Onderframe
8.2
Leidingen door de muuropening
voeren
1 Buig de koelmiddelleidingen langs de aanduidingen voor de
plaats van de leidingen op de montageplaat.
a
b
c
c
d
a
Afvoerslang
b
Dicht deze opening af met stopverf of kitmateriaal
c
Plastic tape
d
Isolatietape
e
Montageplaat (accessoire)
OPMERKING
▪ Buig de koelmiddelleidingen NIET.
▪ Duw de koelmiddelleidingen NIET op het onderframe of
het voorrooster.
2 Voer de afvoerslang en de koelmiddelleiding door de
muuropening en dicht het gat af met stopverf.
8.3
Binnenunit op de montageplaat
bevestigen
1 Plaats de binnenunit op de haken van de montageplaat. Maak
hierbij gebruik van de " "-aanduidingen.
FTXP-M, FTXF-D, ATXF-A
Daikin kamerairconditioner
3P697800-1A – 2024.01
2×
e
2 Duw het onderframe van de unit met beide handen op de
onderste haken van de montageplaat. Let op dat de draden
NIET vastgeklemd geraken.
Opmerking: Let op dat de kabel tussen de units NIET geklemd
geraakt in de binnenunit.
3 Duw met beide handen op de onderste rand van de binnenunit
tot de unit goed vastzit achter de haken van de montageplaat.
4 Maak de binnenunit vast aan de montageplaat met 2
bevestigingsschroeven van de binnenunit M4×12L (accessoire).
9
Configuratie
INFORMATIE
Stel verschillende adressen in voor 2 gebruikersinterfaces
als in 1 kamer 2 binnenunits zijn geïnstalleerd. Voor de
procedure, zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur;
voor
de
document" [ 4 8].
10
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Algemene
checklist
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt
als
richtlijn
rapporteringssjabloon
overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
10.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U
leest
de
volledige
beschreven in de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
De binnenunits zijn goed geïnstalleerd.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
Luchtinlaat/-uitlaat
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de unit NIET
belemmerd is door papier, karton of iets anders.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
9 Configuratie
locatie,
zie
"1.1 Over
inbedrijfstelling.
Naast
en
als
basis
voor
tijdens
inbedrijfstelling
en
installatie-instructies,
zoals
Montagehandleiding
dit
de
de
bij
15