16
| Inbedrijfstellingsprotocol
8
Inbedrijfstellingsprotocol
Bedrijf:
Verantwoordelijke:
8.1
Algemeen
Klant:
Object/unit:
Model/afmeting
8.2
Installatiecontrole
Moment
Controlerapport koeling bij installatie opgesteld. (De
rapportage zal in enkele gevallen worden opgestuurd naar
een grote inspectieautoriteit, zie hoofdstuk 3, Controle/
rapportage koelmiddel).
Alle delen van de unit onbeschadigd.
Installatie uitgevoerd in overeenstemming met de
instructies (zie hoofdstuk 6.4.1, Montage Topvex
SoftCooler en hoofdstuk 6.5, Kanaalaansluitingen).
Condensafvoer aangesloten (zie hoofdstuk 6.7,
Condensafvoer).
Netvoeding aangesloten via de veiligheidsschakelaar (zie
hoofdstuk 6.8, Elektrische aansluiting).
Omloopklep aangesloten indien deze gebruikt wordt,
accessoire (zie hoofdstuk 6.8.1, Externe/interne
aansluitingen).
Interne stuurkabel aangesloten (zie hoofdstuk
6.8.1externe/interne verbindingen).
De twee transparante buizen voor drukmeting van de
afvoerventilator aangesloten via de Topvex SoftCooler.
Luchtstroom toevoer en afvoer ingesteld.
8.3
Voorbereiding van de besturingsunit
Voor het ontvangen van de juiste functies dienen de volgende instellingen moeten worden gedaan in de besturingsunit.
Log in met de serviceniveau met het wachtwoord '0612'.
Moment
Selecteer het menu Configuratie > Functies >
Functie-activering > Verwarming/koeling-
sequentie instellen:
• Kies Koeling
• Stel Type koeler in op DX
• Stel Type feedback in op Alarm
Selecteer het menu Configuratie > Functies >
Functie-activering > Verwarming/koeling-
sequentie instellen:
• Kies Stap 1 regelaar
• Stel Volgorde stappenregelaar in op Koeling
• Stel het Aantal stappen in op 2
Datum:
Artikelnr.:
Serienr.:
Gedaan
Gedaan
Installatie:
Installatie-adres:
Benaming:
NB
NB
20876713 | A006