6
| Transport en opslag
5
Transport en opslag
De Topvex SoftCooler moet zo worden opgeslagen en getransporteerd dat deze tegen fysieke schade wordt be-
schermd, die schadelijk is voor panelen, handgrepen enz. Het systeem moet worden afgedekt zodat stof, regen en
sneeuw niet binnen kunnen dringen en schade kunnen veroorzaken aan de unit en de onderdelen. Voor een eenvoudig
transport wordt de unit in één stuk met alle benodigde onderdelen in plastic verpakt op een pallet geleverd.
Gebruik bij het transport van de Topvex SoftCooler een vorkheftruck, maar vermijd verplaatsing na installatie op de on-
dergrond omdat de voeten letsel kunnen oplopen als gevolg van onevenwichtige belasting.
Waarschuwing
• De unit is zwaar. Wees voorzichtig bij transporteren en monteren. Klemgevaar. Draag beschermende
kleding.
• Wees voorzichtig en let erop dat de unit niet kantelt.
6
Installatie
6.1
Uitpakken
Controleer voorafgaand aan de installatie of alle bestelde onderdelen zijn geleverd. Eventuele afwijkingen moeten wor-
den gemeld bij de leverancier van uw Systemair vestiging.
6.2
Waar/hoe te installeren
De Topvex SoftCooler is bedoeld voor installatie binnenshuis. Plaats de unit op een horizontaal vlakke ondergrond. Het
is belangrijk dat de unit volledig waterpas staat, voordat deze in bedrijf wordt gesteld.
De elektronische onderdelen mogen niet worden blootgesteld aan temperaturen lager dan 0 °C en hoger dan +50 °C.
Voor een werking zonder interferentie zijn de volgende maximale temperaturen van toepassing voor de Topvex
SoftCooler:
• Max. buitentemperatuur +33 °C
• Max. temperatuur afvoerlucht +28 ℃
• Max. omgevingstemperatuur +28 °C
Houd er bij het kiezen van de locatie rekening mee dat de unit periodiek onderhoud vereist en dat de inspectiedeuren
daarom goed toegankelijk moeten zijn. Laat ruimte over om de deuren te openen en de hoofdonderdelen te verwijde-
ren (Figuur 1). Algemeen onderhoud houdt onder andere inspectie en schoonmaken van de lekbak en flenselementen
in.
Er moet een afvoer in de vloer van de ruimte beschikbaar zijn, zodat condenswater afgevoerd kan worden (hoofdstuk
6.7).
Plaats de unit niet tegen een wand, want laagfrequente geluiden kunnen trillingen in de wand veroorzaken, zelfs als
het geluidsniveau van de ventilator acceptabel is. Indien dit niet mogelijk is, dient de wand goed geïsoleerd te worden.
20876713 | A006