Het systeem werkt automatisch in de enkel-kanaalmodus, dubbel-kanaalmodus of flexmodus, afhankelijk
van de wijze waarop de geheugenmodules zijn geïnstalleerd.
Het systeem werkt in de enkel-kanaalmodus als de geheugenmoduleslots in slechts één kanaal zijn
●
gevuld.
Het systeem werkt in de beter presterende dubbel-kanaalmodus als de geheugencapaciteit van de
●
geheugenmodule in kanaal A niet gelijk is aan de geheugencapaciteit van de geheugenmodule in kanaal
B.
Het systeem werkt in flexmodus als de totale geheugencapaciteit van de geheugenmodule in kanaal A
●
niet gelijk is aan de totale geheugencapaciteit van de geheugenmodule in kanaal B. In de flexmodus
bepaalt het kanaal met de kleinste hoeveelheid geheugen hoeveel geheugen wordt toegewezen aan de
dubbel-kanaalmodus. De rest wordt toegewezen aan de enkel-kanaalmodus. Als één kanaal meer
geheugen bevat dan het andere kanaal, moet de grootste hoeveelheid worden toegewezen aan kanaal
A.
De maximale bewerkingssnelheid wordt in elke modus bepaald door de traagste geheugenmodule in het
●
systeem.
Geheugenmodules installeren
De systeemkaart bevat twee geheugenslots. Geheugenmodules verwijderen of installeren:
1.
Verwijder het toegangspaneel.
Zie
Het toegangspaneel van de computer verwijderen op pagina 25
2.
Raadpleeg
systeemkaart te bepalen.
3.
Verwijder een geheugenmodule door de twee vergrendelingen aan de uiteinden van de
geheugenmodules naar buiten te drukken (1) en de geheugenmodule uit het slot te trekken (2).
Interne componenten lokaliseren op pagina 27
voor instructies.
om de plaats van de geheugenmodules op de
Geheugen verwijderen en installeren
29