De automatische aanpassingsfunctie gebruiken (analoge
ingang)
Wanneer u de monitor voor de eerste keer instelt, moet u een Factory Reset (Fabrieksreset) van de computer
uitvoeren of de resolutie van de monitor wijzigen. De automatische aanpassingsfunctie wordt automatisch
ingeschakeld en probeert het scherm te optimaliseren voor u.
U kunt de schermprestaties voor de VGA-ingang (analoog) ook op elk ogenblik optimaliseren met de knop OK/
Auto op de monitor en het hulpprogramma voor het automatisch aanpassen van patronen op de meegeleverde
optische schijf (alleen bepaalde producten).
Gebruik deze procedure niet als de monitor een andere ingang dan VGA gebruikt. Als de monitor een (analoge)
VGA-ingang gebruikt, kan deze procedure de volgende beeldkwaliteitsvoorwaarden corrigeren:
•
Wazig of onzuivere focus
•
Nabeeld, strepen of schaduweffecten
•
Onduidelijke verticale balken
•
Dunne, horizontale rollende lijnen
•
Een beeld buiten het centrum
De automatische aanpassingsfunctie gebruiken:
1.
Laat de monitor 20 minuten opwarmen voordat u de aanpassing uitvoert.
2.
Druk op de monitor op de Menuknop en selecteer dan Beeldbesturing > Automatische aanpassing in het
OSD-menu. Als het resultaat niet voldoet, gaat u verder met de procedure.
3.
Open het hulpprogramma voor automatisch aanpassen vanaf de optische schijf als er een is geleverd bij
de monitor.
4.
Selecteer Hulpprogramma voor automatisch aanpassen openen. Het testpatroon voor de installatie
wordt weergegeven.
5.
Druk op de knop OK op de monitor om een stabiel, gecentreerd beeld te produceren.
6.
Druk op de ESC-toets of elke andere toets op het toetsenbord om het testpatroon af te sluiten.
OPMERKING:
gedownload van http://www.hp.com/support.
16 Hoofdstuk 3 Ondersteuning en probleemoplossing
Het hulpprogramma voor het automatisch aanpassen van het testpatroon kan worden