Energiebesparingsmod
us
De indicatie van de bedieningselementen
wordt op de energiebesparingsmodus
gezet wanneer u het apparaat niet
bedient.
Indicatie Energiebesparingsmodus,
■
afb. 2/6, brandt.
De lichtsterkte van de
■
temperatuurindicaties is verminderd.
Wanneer de Super-functie is
■
ingeschakeld, brandt de
desbetreffende indicatie super
(indicatie Superkoelen, afb. 2/2 of
indicatie Supervriezen, afb. 2/4).
Zodra u het apparaat bedient, bijv.
de deur opent of op een willekeurige
toets drukt, wordt de normale verlichting
van de indicatie ingeschakeld.
Alarm function
In de volgende gevallen kan het alarm
afgaan.
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) wordt ingeschakeld en
de indicatie „alarm" 2/5 brandt, als
de deur van het apparaat langer dan een
minuut openstaat. Door de deur te
sluiten of op een willekeurige toets te
drukken, wordt het deuralarm
uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt
ingeschakeld als het
in de diepvriesruimte te warm
is waardoor de diepvrieswaren kunnen
ontdooien.
De temperatuurindicatie 3 knippert en
de alarmtoets 5 brandt.
Na indrukken van de toets alarm 5, geeft
de temperatuurindicatie 3 gedurende vijf
seconden de warmste temperatuur aan
die in de diepvriesruimte heeft geheerst.
Daarna wordt deze waarde gewist en
toont de temperatuurindicatie 3 de
ingestelde temperatuur.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren
kan het alarm automatisch inschakelen
bij het in gebruik nemen van het
■
apparaat,
bij het inladen van grote
■
hoeveelheden verse levensmiddelen,
als de deur van de diepvriesruimte
■
te lang geopend werd.
Aanwijzing
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten
volle benutten.
Alarm uitschakelen
Afb. 2
De alarm-toets 5 indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
nl
67