Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss EKC 414C1 Handleiding pagina 6

Regelaar voor één verdamper
Inhoudsopgave

Advertenties

Ontdooien
Een ontdooicyclus kan op 5 manieren worden gestart: via de datacommunicatie,
via de DI ingang, via de interne tijdfunctie, via een uitbreidingsmodule met realtime
klok of door het indrukken van de onderste knop van de bedieningsdisplay. Er wordt
aanbevolen om de interne tijdfunctie ook te gebruiken bij de eerste twee opties.
De timerfunctie dient dan als beveiliging ingeval het normale signaal uitvalt. Het
ontdooien wordt gestopt op basis van tijd of temperatuur en tijd.
Ontdooistoptemperatuur
Als een ontdooisensor is gemonteerd zal het ontdooien worden gestopt bij de
ingestelde temperatuur. Als deze temperatuur niet binnen de max. tijd wordt bereikt
zal na verstrijken van die tijd alsnog worden gestopt. Zie d04.
Interval tussen ontdooistarts
Deze intervalfunctie is een eenvoudige manier om periodiek ontdoocycli te starten,
bijv. elke acht uur. (De intervaltimer wordt opnieuw opgestart na spanningsval !)
Als op specifieke tijden moet worden ontdooid wordt aanbevolen om via de
datacommunicatie (gateway mastercontrolfunctie) of de DI ingang (ontdooiklok)
te starten. De ingestelde intervalfunctie is dan, als beveiliging, voor het geval de
communicatie wegvalt. (De tijdsinterval moet hoger worden ingesteld dan die tussen
twee normale starts)
Maximum ontdooitijd
Als u gekozen heeft voor ontdooistop gebaseerd op temperatuur (d10), dient deze
instelling als beveiliging voor het geval de ingestelde temperatuur niet wordt bereikt.
Bij selectie ontdooistop op tijd dan is dit de tijdsduur van het ontdooien.
Tijdverschuiving van ontdooistarts gedurende de opstartfase
Deze functie is alleen van belang als ontdooistarts van de diverse koelobjecten niet
gelijktijdig mogen plaatsvinden en bovendien gekozen is voor de interne interval-
functie (d03). Met deze functie wordt de ontdooistart, overeenkomstig de intervalin-
stelling, met het ingestelde aantal minuten vertraagd.
Afdruiptijd
Hier kan de afdruiptijd worden ingesteld. Dit is de tijd na ontdooien en start AKV
ventiel en compressoruitgang.
Ventilatorstartvertraging na ontdooien
Instelling van de tijdvertraging voor het starten van de ventilator(en) na ontdooistop
en na afdruiptijd.
Ventilator starttemperatuur
De ventilatoren kunnen ook op de, hier in te stellen, temperatuur (S4 of S5 zie d10)
inschakelen. Als de ingestelde temperatuur niet wordt bereikt binnen de tijd van d07
zal op tijd worden geschakeld
Ventilator(en) ingeschakeld tijdens ontdooien
Keuze ventilator(en) AAN of UIT gedurende ontdooien. Als ON wordt geselecteerd
dan zijn de instellingen onder d07 en d08 niet relevant.
Ontdooisensor
Keuze ontdooisensor S4 of S5.
0: S4 (S
)
out
1: S5 (S
)
def
: Geen ontdooisensor. Ontdooistop gebaseerd op tijd.
3: Zowel S5 als S3 worden als ontdooisensor gebruikt
Ontdooien na spanningsval
Na spanningsval kan direct een ontdooistart plaatsvinden. Deze functie kan worden
toegepast om er verzekerd van te zijn dat wordt ontdooid bij bij zwakke elektriciteit-
snetten met veelvuldige spanningsuitval.
6
Handleiding RS8DF310 © Danfoss 05-006
Defrost control
d0
Def. Stop Temp
d03
Def. Interval
d04
Max Def.time
d05
Time stagg.
d06
DripOff time
d07
FanStartDel.
d08
FanStartTemp.
d09
FanDuringDef.
d10
DefStopSens.
d13
DefAtPowerUp
Def. start
Start handontdooiing
HoldAfterDef.
Toont ON als de regelaar in werking is
met gecoördineerde ontdooistart.
EKC 414C1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave