In sommige toepassingen kunt u groepen met
toegangspunten gebruiken om een
netwerkverbinding tot stand te brengen.
U kunt een groep met meerdere toegangspunten
maken en de volgorde opgeven waarin de
toegangspunten worden gebruikt om verbinding met
een bepaald netwerk te maken. U hoeft dan niet
telkens opnieuw een toegangspunt te selecteren
wanneer het apparaat een netwerkverbinding maakt.
U kunt bijvoorbeeld WLAN- en packet-
gegevenstoegangspunten toevoegen aan een groep
met internettoegangspunten en de groep gebruiken
om op het web te bladeren. Als u WLAN de hoogste
prioriteit geeft, maakt het apparaat via deze
verbinding met internet als er een WLAN-verbinding
beschikbaar is en via een packet-gegevensverbinding
als er geen WLAN-verbinding beschikbaar is.
Selecteer
Opties
Beheren
>
bestemming
als u een nieuwe groep met
toegangspunten wilt maken.
Selecteer de groep en selecteer
toegangspunt
om toegangspunten aan een groep
met toegangspunten toe te voegen. Selecteer de
groep, een bestaand toegangspunt en
Indelen
Kop. naar andere best.
>
toegangspunt uit een andere groep wilt kopiëren.
Nieuwe
>
Opties
Nieuw
>
Opties
>
als u een bestaand
Selecteer een toegangspunt en
Prioriteit wijzigen
als u de prioriteitsvolgorde van
toegangspunten binnen een groep wilt wijzigen.
Toegangspunten voor packet-gegevens
Druk op
, selecteer
Instrumenten
Verbinding
Bestemmingen
>
toegangspunt
en volg de instructies op het scherm. U
kunt ook een van de groepen met toegangspunten
openen, een toegangspunt selecteren waarvoor de
aanduiding
wordt weergegeven en vervolgens
Bewerken
selecteren.
Volg de instructies van de serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Naam toegangspunt
●
toegangspunt van de serviceprovider.
Gebruikersnaam
— De gebruikersnaam kan nodig
●
zijn bij het maken van een gegevensverbinding en
wordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider.
Vraag om wachtw.
●
aanmelding op de server telkens een nieuw
wachtwoord moet invoeren of als u het
wachtwoord niet in het apparaat wilt opslaan.
Wachtwoord
— Een wachtwoord kan nodig zijn
●
bij het maken van een gegevensverbinding en
wordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider.
Verificatie
— Selecteer
●
wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden of
Opties
Indelen
>
Instell.
>
Nieuw
>
— U krijgt de naam van het
— Selecteer
Ja
als u bij
Beveiligd
om uw
>
>
185