2.8 Uitgangscontacten
De verbindingen van de hieronder genoemde uitgangen hebben betrekking op het klemmenbord waar ze worden aangegeven met de zeefdruk
O1, O2 en CA.
Tabel 3 beschrijft de kenmerken en limieten van de uitgangscontacten.
Kenmerken van de uitgangscontacten
Type contact
Max. getolereerde spanning [V]
Max. getolereerde stroom [A]
Max. aanvaardbare kabeldoorsnede [mm²]
Hieronder worden de overeenkomsten beschreven tussen de relais en de uitgangen:
Hieronder wordt een verbindingsvoorbeeld getoond op de uitgang O1 met een belasting van 230V
NEDERLANDS
Afbeelding 5: Pagina Status Input
Tabel 4: Kenmerken uitgangscontacten
Etiket
RL6
RL7
RL8
RL9
Tabel 5: overeenkomst relais-output
NO (normaal open)
230 VAC
5 -> resistieve belasting
2,5 -> inductieve belasting
2.5
Overeenkomende uitgang
O1
O2
O3
O4
67