4 INSTALLATIE
VOOR DE INSTALLATIE MOET HET VOLGENDE WORDEN
GEKOZEN:
1) DE MEENEMER EN LOOPRING (Fig.1 ref. b - c) DIE HET MEEST
GESCHIKT ZIJN VOOR DE AS DIE MOET WORDEN AANGEDREVEN.
DE MOTORSTEUN DIE HET MEEST GESCHIKT IS VOOR DE
2)
TOEPASSING
4.1 ASSEMBLAGE VAN DE BUISVORMIGE MOTOR
1) Steek het kransaanpasstuk (Fig.2 ref.a) in de buisvormige
motor, totdat deze helemaal op de geleider (Fig.2 ref.b) in de
eindschakelaarring zit.
2) Plaats het wielaanpasstuk (Fig.2 ref. c) in de motoras en
blokkeer hem met de meegeleverde seeger-ring. (Fig.2 ref. d)
GELEIDER EINDSCHAKELAARRING
b
LOOPRING
a
4.2 INSTALLATIE VAN DE BUISVORMIGE MOTOR
MODEL T-MODE 45 R
8/17 R
15/17 R-W
30/17 R-W
35/12 R-W
45/12 R-W
1) Boor een gat met een boorpunt van Ø 3 mm in de as (Fig.3
ref.b) op de afstand A (Fig.3 ref. a), zie tabel 1.
2) Plaats de geassembleerde buisvormige motor in de as vanaf
de kant tegenover de eindstop, totdat de loopring helemaal in
de as zit (Fig.4 ref.a).
3) Bevestig de meenemer aan de as met een zelftappende
schroef 4x10 die in het eerder geboorde gat wordt gestoken,
zoals op figuur 4 ref.b.
4) Monteer de eerder gekozen motorsteun aan de kant van de
elektrische aansluitingen.
5) Duw de gemotoriseerde as met een lichte druk in de motorsteun
(Fig.5 ref.a), en op de steun van de eindstop (Fig.5 ref.b), zodat
de stelschroeven van de eindschakelaar te bereiken zijn.
6) Controleer of de gemotoriseerde as perfect horizontaal is,
en verander de hoogte van de steunen van de eindstop of de
motor eventueel.
MEENEMER
c
d
SEEGER-BLOKKEERRING
Fig.2
MOTORSTEUN
MAAT A (mm)
540
640
640
640
640
4.4 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
LOOPRING
BUISVORMIGE MOTOR
A
MEENEMER
A
a
BUISVORMIGE MOTOR
a
ELEKTRICITEITSLEIDING
1) Alvorens ingrepen op de installatie te
verrichten moet de elektrische voeding worden
uitgeschakeld.
2) Breng een alpolige schakelaar met een
afstand tussen de contacten van minstens 3mm
aan op het voedingsnet van het automatische
systeem.
AS
EINDSTOP
GAT Ø 3.5
A
b
a
Fig.3
b
AS
MEENEMER
Fig.4
b
EINDSTOPSTEUN
Fig.5