Installatie &
Onderhoudsinstructie
8/21
Editie 4
www.robotpompen-onderdelen.nl
HSC
09-W13
T +31(0)294-457712
6.
EERSTE POMPSTART
6.1 Draairichting
Een eerste vereiste voor goede werking van de pomp is
een juiste draairichting van de waaier.
Controleer of de draairichting overeenkomt met de pijl die
op het pomphuis is aangebracht.
Dit is te zien aan de draairichting van de ventilator van de
elektromotor, of de V-snaarschijf, of eventueel de
koppeling na verwijdering van de beschermkap.
6.2 Stroomsterkte
Indien de pomp door een elektromotor wordt
aangedreven, dan dient de stroomsterkte gecontroleerd
te worden aan de hand van het typeplaatje op de motor.
Sluit gedurende de normale bedrijfssituatie een ampè
remeter aan op een van de fasedraden en controleer of de
maximale stroomsterkte niet overschreden wordt. Is dit
wel het geval, controleer dan de pomp op de volgende
punten:
-
spanning te laag ?
-
dikte of soortelijke massa van het medium te groot ?
-
verstopping in de pomp ?
-
draairichting goed ?
Is het euvel niet oplosbaar, neem dan contact op met uw
leverancier.
6.3 Startfrequentie
Indien de pomp wordt gestuurd door een niveauregelaar
dan dient deze zodanig ingesteld te worden dat de pomp
niet vaker dan 20 keer per uur start.
info@pompdirect.nl
Pomp
BW/BD
782-081-NL