2 Algemene systeem bediening
Over uw beveiligingssysteem
Een zo groot mogelijke flexibiliteit en gebruikersgemak. Vanuit dat oogpunt is uw ccsMuSDO
beveiligingsapparatuur ontworpen. Het LCD code bediendeel begeleidt u bij het uitvoeren van handelingen met
prompts in de Nederlandse taal. Wanneer u een toets indrukt geeft het code bediendeel een signaal ter
ondersteuning. Unieke geluidssequenties waarschuwen indien zich systeemproblemen voordoen en geven andere
statusindicaties van het systeem aan. Lees deze handleiding met aandacht en laat u door uw installateur uitvoerig
instrueren over de werking van het systeem. Leer de kenmerken van het systeem kennen. Alle gebruikers van het
systeem dienen uitvoerig te worden geïnstrueerd.
De handleiding
In deze handleiding worden alle systeemfuncties uitvoerig uitgelegd, niet alleen de basisfuncties maar ook
probleemoplossing en programmeren van toegangscodes. De meeste gebruikers hebben niet al deze informatie
nodig. In het eerste hoofdstuk van deze handleiding "Algemene systeembediening" worden de basisbegrippen van
het systeem uitgelegd en wordt de gebruiker uitgelegd hoe het systeem in en uit te schakelen en zones te
overbruggen. Kopieer dit hoofdstuk en verspreid het onder degenen die het systeem gebruiken. De overige
hoofdstukken van deze handleiding gaan veel dieper in op systeemdetails.
Bewaking
Dit systeem kan alarmsignalen, storingsignalen en noodsignalen via het IP netwerk naar een particuliere
alarmcentrale (PAC) verzenden. Als u per ongeluk een alarm laat afgaan dient u onmiddellijk de PAC te bellen om
onnodige actie te voorkomen.
Regelmatig testen
Test uw systeem ten minste elke maand en laat uw installateur of service monteur mogelijke fouten of storingen
herstellen.
2.1
Leer het systeem kennen
Uw beveiligingssysteem bestaat uit:
• een centraal controlepaneel
• een of meer code bediendelen
• verschillende detectoren en sensoren
• eventueel toegangsverlening
Het centraal controlepaneel zal worden geïnstalleerd in een werkkast of kelderruimte. De regelkast bevat de
elektronica en reservebatterij van het systeem. Normaliter behoeft alleen de installateur of servicemonteur toegang
te hebben tot het centraal controlepaneel.
Alle code bediendelen zijn voorzien van een interne zoemer, een alfanumeriek display (LCD, vloeibaar kristal
display), statuslampjes en functietoetsen. Het code bediendeel wordt gebruikt om instructies naar het systeem te
verzenden en om de huidige systeemstatus weer te geven. Elk code bediendeel dient op een strategische plaats in
het beveiligde gebouw, in de buurt van aangewezen in- en uitgangen, te worden geïnstalleerd.
ZONES EN BLOKKEN
Uw installateur heeft het beveiligde gebouw in zones en blokken verdeeld. Een zone is een beveiligd met een of
meerdere detectiesensor(s) (beweging/glasbreuk- detectoren, deurcontacten of schoksensoren). Een zone kan
bestaan uit een vertrek, hal, een deur of een raam. Twee of meer van deze zones worden door een centraal
controlepaneel verbonden en vormen een blok.
Een blok is een onderdeel van het beveiligde gebouw. Een blok kan onafhankelijk van andere blokken in en uit
worden geschakeld. Alle blokken tezamen vormen het systeem.
Sommige zones behoren tot meer dan een blok, zoals bijv. in- en uitgangen en hallen. Deze worden
gemeenschappelijke zones genoemd omdat ze niet bij een bepaald blok horen.
TOEGANGSCODES
Als systeemgebruiker krijgt u een 4- of 6-cijferige toegangscode. Met de toegangscodes kunnen de blokken
waaraan ze zijn toegewezen in- en uitgeschakeld worden. Sommige toegangscodes kunnen aanvullende
systeemfuncties uitvoeren zoals het programmeren van systeemopties en het overbruggen van zones.
Met uw toegangscode heeft u misschien geen toegang tot bepaalde systeemfuncties. Bijvoorbeeld als uw code
alleen is geprogrammeerd om Blok 1 in en uit te schakelen kunt u geen andere blokken of het hele systeem, in- of
uitschakelen.
CODE BEDIENDELEN
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd
Pagina
5
van 30