2-4 INSPECTIEPUNTEN
BESTEED TIJDENS INSTALLATIE EXTRA AANDACHT AAN DE VOLGENDE PUNTEN EN
•
INSPECTEER NA INSTALLATIE.
Inspectiepunt na voltooiing van installatie
Inspectiepunt
Zijn de binnen- en buitenunit stevig gemonteerd?
Is de gaslektest goed uitgevoerd?
Is de isolatie compleet? (Koelmiddelleidingen)
Komt de voedingsspanning overeen met de spanning die op de kenplaat staat?
Zjin de bedrading en de buizen goed aangelegd?
Is de unit goed geaard?
Voldoet de bedrading aan de specificaties?
Is de lengte van de koelleidingen en de lading van het aanvullende koelm-
iddel genoteerd?
Zie ook de "VEILIGHEIDSMAATREGELEN".
3. VOOR INSTALLATIE
Gooi geen accessoires weg die voor het installatiewerk benodigd zijn totdat de installatie van het
product voltooid is.
Draag het product naar de plaats van installatie zonder dit uit te pakken. Wees voorzichtig de units niet te bes-
chadigen als van te voren uitpakken onvermijdelijk is.
4. HET SELECTEREN VAN DE PLAATS
〈〈Zorg ervoor dat, wanneer het apparaat aan de vier hijsogen wordt opgetild uit de kartonnen verpa-
kking, de andere delen van het apparaat, met name de koelmiddelleiding, niet belast worden.
Wanneer de temperatuur boven het plafond hoger dan 30°C en de relatieve vochtigheid hoger dan
80% kan worden, of wanneer verse lucht kan toetreden boven het plafond, is een extra isolatie (met
minimaal 10 mm glaswol of PE-schuim noodzakelijk).〉〉
(1) Kies een plaats die aan de volgende voorwaarden voldoet en de goedkeuring van de cliënt heeft.
• Installeer het product in gebouwen waarin gebruik wordt gemaakt van gipsplaten (9,5mm dik of meer)
voor het materiaal van de plafonds, aangezien er geluid van stromend koelmiddel hoorbaar is. Het ver-
dient aanbeveling het product uit de buurt van plaatsen of ruimten te installeren waar het geluid hinder-
lijk kan zijn. Raadpleeg de volgende schets bij het uitkiezen van een geschikte installatieplaats.
• Plaats van de microfoon
Xm
• Binnenshuis, plaatsen die niet blootstaan aan regen of direct zonlicht, plaatsen met weinig stof of plaat-
sen met een omgevingstemperatuur van 60°C of minder.
• Die het gewicht van de BEV-unit kan dragen.
• Waar het valse plafond niet duidelijk overhelt.
• Waar voldoende ruimte voor installatie en onderhoud gerealiseerd kan worden.
• Waar geen gevaar voor lekkage van gevaarlijke gassen bestaat.
• Waar de lengte van de leidingen tussen de binnenunit en de buitenunit niet groter is dan de maximaal
toegestane lengte.
(Meer informatie vindt u in de paragraaf "7-4 LEIDINGAANSLUITINGEN" in de handleiding bij de buitenunit.)
• Locaties waar een inspectieopening geïnstalleerd kan worden. (Zie. Afb. 1)
Nederlands
Wat kan gebeuren als het niet goed is uitgevoerd
De unit kan vallen, trillen of bijgeluiden proceduren.
Er kan onvoldoende gekoeld worden.
Waterlekkage of verbranding.
Er kunnen storingen optreden ofcomponenten doorbranden.
Er kunnen storingen optreden of componenten doorbranden.
Risico voor elektrische schok bij kortsluiting.
Er kunnen storingen optreden of componenten doorbranden.
De lading van het koelmiddel in het systeem kan niet
goed bepaald worden.
0,1m
Gipsplaat (9,5mm dik)
Product voldoet aan ISO6308
• Totaal (dB)
Afstand vanaf BEV
SCHAAL A
X
1,5m
3,0m
5,0m
(Achtergrondruis is reeds gecorrigeerd)
Inspectiepunt
40
37
35
4