H-serie sensors
3.1.14) Indeling in temperatuurklassen
De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek:
Voor H300 sensor met constructie-identificatiecode (CIC) geen markering, met aansluitdoos aangesloten
op MVD transmitters (i.e. 1700/2700, 1500/2500)
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
medium- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80 °C, T5:T 95 °C, T4:T 130 °C, T3:T 195 °C, T2 tot T1:T 226 °C.
3.1.15) Omgevingstemperatuurbereik
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan 55 °C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.2)
Type H*** *****(2–9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z*****
3.2.1)
Ingangen (klem 1–4)
Spanning
Stroom
Vermogen
Effectieve inwendige capaciteit
Effectieve inwendige inductie
14
TEMP. SENSORMEDIUM (°C)
Ta
–40 °C tot +55 °C
Ui
DC
Ii
Pi
Ci
Li
17,3
V
484
mA
2,1
W
2200
pF
μH
30
ATEX installatie-instructies