ALARM/BERICHT
UNIT GAAT NIET AAN
LUCHTDETECTIE
DEUR OPEN
GEEN VLOEISTOF
HOGE DRUK
BATTERIJ LAAG
GEEN DISPOSABLE
MOGELIJKE OORZAAK
•
Hoofdschakelaar niet geheel ingedrukt
•
Lucht in de lijn
•
Slang niet stevig in luchtdetector gedrukt
•
Lek in de disposable set
•
Luchtdetectiesensor verontreinigd
•
Deur is open
•
Vloeistof is op
•
Zakklemmen niet volledig geopend
•
Zak niet volledig gespiked
•
Slang in Geen-vloeistofdetector niet
goed in detector gedrukt
•
Filter verstopt
•
Recirculatielijn (dunnere slang)
geblokkeerd
•
Infusielocatie is niet goed gepositioneerd
•
Diameter van de canule is te klein
•
Patiëntlijn is geblokkeerd
•
Recirculatielijn is geknikt
•
Druklimiet is te laag ingesteld
•
Batterijspanning is te laag
•
Geen disposable set in het apparaat
WERKINGSALARMEN
•
Druk hoofdschakelaar geheel in
•
Open deur, knijp in slang direct onder luchtdetector
voor luchtverwijdering. Recirculeer voor volledige
verwijdering van lucht uit disposable set.
•
Herplaats slang in luchtdetectiesensor
•
Vervang disposable set in geval van lekkage
•
Reinig sensor met bevochtigd wattenstaafje, laat
drogen
•
Sluit de deur
•
Voeg vloeistof toe
•
Open zakklemmen
•
Controleer spikes
•
Herplaats slang in Geen-vloeistofdetector
•
Vervang filter als het verstopt raakt
•
Controleer recirculatielijn
•
Controleer de infusielocatie
•
Gebruik geschikte canulemaat
•
Controleer patiëntlijn
•
Controleer recirculatielijn
•
Verhoog ingestelde druklimietwaarde
•
Zie Hoofdstuk IV van Gebruiks handleiding
•
Sluit system aan op netvoeding
•
Controleer netsnoer aan kant van stopcontact en unit
•
Installeer disposable set
OPLOSSING