Download Print deze pagina

Visonic HUNTER AM Handleiding pagina 4

Anti-masking passief infrarood detector

Advertenties

het interne circuit. Zodra de groene LED knippert, wordt het TRB
(storing) relais uitgang automatisch geschakeld. Om de oorzaak
van de storing vast te stellen moet eerst worden gecontroleerd of
het om afdekking (masking) van de detector gaat.
- De lens van de detector kan bespoten of afgeplakt zijn.
- Er kan een object binnen een straal van 0,5m van de detector
zijn geplaatst of een infraroodbron aanwezig zijn.
- Een object binnen een straal van 1 meter is verplaatst (de
Hunter kan dit als een masking poging zien).
Let op: onverklaarbaar gedrag van de detector kan worden
veroorzaakt door gedeeltelijke afdekking (masking) of een
infraroodbron – controleer daarom de lens en de omgeving
zorgvuldig.
Hef de oorzaak op. Hierna zal de groene LED doven en het TRB
(storing) relais resetten. Reset het anti-masking circuit door SW-3
van UIT naar AAN / AAN naar UIT te schakelen en de kap te
sluiten, of door de "T" ingang te activeren en minstens drie door
het detectieveld van de detector te lopen. De initialisatie duurt
twee minuten. Gedurende deze twee minuten knipperen de rode
en groene LED's. Zorg ervoor dat u tijdens deze reset periode
niet dichter dan 1 m bij de detector komt.
Wanneer na deze reset de groene LED nog steeds knippert en
de TRB wordt nog steeds geactiveerd en masking of een andere
infraroodbron niet de oorzaak kunnen zijn, is de storing te wijten
aan een defect in het interne circuit. De enige oplossing hiervoor,
is het vervangen van de detector print.
4.5 Aansluiten op een AlphaVision
centrale
De Hunter kan op verschillende manieren op een AlphaVision
centrale worden aangesloten.
1.
Zowel het alarm contact, het sabotage contact en het
trouble contact (TRB), worden apart naar de centrale
gebracht en op verschillende ingangen aangesloten. Het
sabotage contact en het trouble contact kunnen eventueel
in een gezamenlijke lus voor sabotage worden opgeno-
men.
2.
Er kan ook gewerkt worden met de voor Alphatronics
gebruikelijke E.O.L. weerstanden. Eventueel kan het
trouble
contact
in
alarmcontact of met het sabotage contact. Masking van
de detector zal in dit geval resulteren in alarm of in
sabotage. Let er hierbij wel op dat de weerstand parallel
komt te staan aan de 2 contacten in serie.
3.
Indien er geen alarm bij masking mag worden gegeven en
masking
uitsluitend
weergegeven, kan dit op de volgende manier worden
gerealiseerd: sluit de masking uitgang(en) aan op een
gemeenschappelijke directe zone en programmeer deze
zone als een aparte sectie. Indien de "alarm" sectie en de
"masking" sectie van de detector worden ingeschakeld en
er is op dat moment een masking alarm van een de
detectoren, zal de centrale dit kenbaar maken en kan de
betreffende sectie niet worden ingeschakeld. Pas als de
Rev 2.1 11/08/03
serie
worden
gezet
met
bij
inschakelen
mag
4.4 Test procedure
A. Zet ofwel DIP switch SW-2 op AAN, of activeer de "T"
ingang. Plaats de frontplaat zonodig weer terug op de
detector.
B.
Breng de voedingsspanning aan. De rode en groene LED's
kipperen. Dit geeft aan dat de detector zich aan zijn
omgeving aanpast. Na ongeveer 2 minuten zullen beide
LED's uitgaan.
Tijdens de opstart periode zal de detector zijn omgeving
aftasten om zichzelf in te regelen. Voor het optimaal
functioneren van de detector is deze fase zeer
belangrijk. Het is daarom van belang dat tijdens deze
opstart fase geen mensen of voorwerpen binnen een
straal van 0,5m voor de detector staan.
C.
Voer de looptest uit in het gehele detectiepatroon van de
detector. De rode LED zal, elke keer wanneer er beweging
wordt geconstateerd, 2-3 seconden oplichten.
D.
Plak een stuk karton over de lens om de detector af te
plakken. Na 30 seconden zal de groene LED knipperen en
de TRB uitgang in alarm komen.
E.
Verwijder het karton van de detector. De groene LED zal na
een paar seconden doven.
F.
Schakel de DIP switch SW-2 weer terug naar de UIT stand,
of verwijder de 12 VDC van de "T" klem. De detector is nu
gereed voor gebruik.
masking
ingeschakeld kunnen worden.
Extra mogelijkheid bij de AlphaVision 96/ AlphaVision NG:
Bij de AlphaVision 96 vanaf versie 3.0 en bij de AlphaVision
NG is een uitgang te programmeren als "teststand".
Door deze uitgang op de klem "T" van de Hunter aan te
sluiten kan de aansturing van de looptest LED's in de
detectoren door de centrale worden aan en uit gezet.
het
Dipswitch 2 en 4 moeten dan in de "OFF" stand worden
gezet. Zodra de centrale in de teststand wordt gezet zal de
looptest functie worden aangezet. Het grote voordeel
hiervan is dat voor het uitlopen van de detectoren niet
steeds het kapje hoeft te worden verwijderd om de led
functie aan of uit te zetten.
worden
storing
is
verholpen,
zal
het
systeem
4

Advertenties

loading