Bestemmingsnummer wijzigen
É
¢
¢
v
Ruimtebewaking
¤
Nummer invoeren en opslaan zoals
beschreven onder „Ruimtebewaking
inschakelen en bestemmingsnummer
¢
invoeren" (
pagina 58).
Ruimtebewaking annuleren/
uitschakelen
Druk op de verbreektoets a om de oproep
tijdens ruimtebewaking te annuleren.
Druk in de ruststand op de displaytoets
om de functie Ruimtebewaking uit te scha-
kelen.
Ruimtebewaking op afstand
uitschakelen
Voorwaarden: het toestel ondersteunt
toonkiezen en er is een extern bestem-
mingsnummer ingesteld.
¤
De door de functie Ruimtebewaking
gestarte oproep beantwoorden en de
toetsen 9 ; indrukken.
Na het verbreken van de verbinding is de
functie uitgeschakeld. U ontvangt geen
nieuwe oproepen meer van de functie Ruim-
tebewaking. De andere instellingen van de
functie Ruimtebewaking op de handset (bij-
voorbeeld geen belsignaal) blijven inge-
schakeld totdat u op de handset de display-
Uit§
toets
indrukt.
De functie Ruimtebewaking opnieuw
inschakelen voor hetzelfde nummer:
¤
Functie opnieuw inschakelen en met
¢
§Opslaan§
opslaan (
§Uit§
pagina 58).
Handset instellen
De handset is geprogrammeerd met een
aantal standaardinstellingen. U kunt deze
afzonderlijk wijzigen.
Snelle toegang tot nummers
en functies
De cijfertoetsen Q en 2 t/m O kunt
u elk programmeren met een nummer uit
het telefoonboek.
Onder de linker en rechter displaytoets is bij
levering al een functie geprogrammeerd. U
kunt deze programmering wijzigen
¢
(
pagina 60).
U kunt deze nummers resp. de functies dan
met één druk op de toets oproepen.
Cijfertoetsen programmeren
Voorwaarde: de cijfertoets is nog niet
geprogrammeerd met een nummer.
¤
Cijfertoets lang indrukken of
Cijfertoets kort indrukken en de display-
§Snelkiezn§
toets
indrukken.
Het telefoonboek wordt geopend.
¤
Vermelding selecteren en
De vermelding is onder de betreffende cij-
fertoets opgeslagen.
Opmerking
Als u op een later moment de vermelding
in het telefoonboek bewerkt of wist, dan
heeft dit geen gevolgen voor de pro-
grammering van de cijfertoets.
Nummer kiezen/programmering
wijzigen
Voorwaarde: de cijfertoets is geprogram-
meerd met een nummer.
In de ruststand van de handset
¤
Cijfertoets lang indrukken:
Het nummer wordt direct gekozen.
Handset instellen
§OK§
indrukken.
59