5.4
Instructies installeren
Installeer de waterontharders volgens het hiervoor afgebeelde installatieschema. In de toevoer naar de
waterontharder moet in Nederland een Kiwa-gekeurde afsluiter met aftap en terugslagklep worden
gemonteerd. Om het optreden van een vacuüm in een waterontharderstank met als gevolg daarvan een
beschadiging hiervan te voorkomen, moet in de toevoerleiding een vacuümbreker (beluchter) gemonteerd
worden. Tevens is het nodig in de uitgaande leiding van de waterontharders een tapkraan te monteren.
Dit om de werking van de waterontharders te kunnen controleren. De toelaatbare druk voor de
waterwaterontharders bedraagt maximaal 7,0 bar. Als beveiliging tegen een te hoge werkdruk dient een
drukreduceer in de toevoer te worden gemonteerd bij een werkdruk vanaf 6 bar. Voor de
waterontharderstypes adviseren wij een drukreduceer in te stellen op een maximum van 3 à 4 bar. In het
leidingwerk kunnen abrupte drukschommelingen plaatsvinden, derhalve dient er in de leiding direct achter
de waterwaterontharders tevens een waterslagdemper opgenomen te worden. Dergelijke
drukschommelingen kunnen namelijk leiden tot schade aan waterwaterontharders en het vuilfilter
(optioneel). Wij adviseren u de apparatuur zodanig op te stellen, danwel zodanige voorzieningen te
treffen, dat schade als gevolg van lekkages tot een minimum wordt beperkt. Een dergelijke voorziening
zou kunnen bestaan uit het plaatsen van een lekbak met afvoervoorziening onder de apparatuur,
eventueel in combinatie met een aan te brengen lekdetectiesysteem.
Extra instructies voor de CondairSoft (duplex):
•
Op de linkertank wordt de adapter geschroefd en op de rechtertank de stuurklep.
•
De stuurklep en de adapter moeten spanningsloos met elkaar verbonden worden. De hiertoe
benodigde slangen en leidingen zijn meegeleverd.
•
De waterwaterontharders CondairSoft 010D t/m CondairSoft 060D worden gevuld geleverd.
Voor het model CondairSoft 070D geldt de volgende handelswijze:
o
o
o
Na het vullen kunnen de adapter en de stuurklep weer op de tanks worden geschroefd en met elkaar
worden verbonden. Let erop dat er geen hars tussen de verschillende afdichtingen raakt.
De garantie voor wat betreft optredende lekkages aan de geleverde apparatuur komt te vervallen indien
niet aan bovenstaande voorzorgsmaatregelen is voldaan.
schroef de adapter en de stuurklep van de tanks, zonder deze te verplaatsen;
plak de stijgbuizen af, zodat er tijdens het vullen geen hars in kan komen;
verdeel de meegeleverde hars over de twee tanks, zonder de stijgbuizen te verwijderen.
10