7.5
Instelmogelijkheden per kanaal
Opmerking
De DALI-deelnemers worden rechtstreeks op de DALI-uitgang aangesloten.
Tijdens de inbedrijfname controleert de gateway het systeem en adresseert hij
automatisch nieuw gevonden DALI-deelnemers zonder DALI-adres. Elk kanaal
betekent één DALI-deelnemer.
Opmerking
Elke DALI-deelnemer kan ook via de webbased interface van de System Access
Point in de plattegrond worden geplaatst. Hierdoor kunnen ruimtelijke
toewijzingen en parameterinstellingen via de plattegrond worden uitgevoerd.
Voor ieder kanaal (DALI-deelnemer) moeten algemene instellingen en speciale
parameterinstellingen worden ingevoerd.
De instellingen worden ingevoerd met de apparaatfunctie op de webbased user
interface van de System Access Point.
Apparaat (DALI-deelnemer) selecteren
Opmerking
Hiervoor moeten de DALI-deelnemers vooraf op de plattegrond zijn geplaatst.
Afb. 14:
Apparaat selecteren
1. Selecteer het apparaatsymbool [1] op de plattegrond op het werkblad.
–
Alle instelmogelijkheden voor het betreffende kanaal (DALI-deelnemer) worden in de
lijstweergave [2] weergegeven.
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
Producthandboek 9AKK107680A3586
Inbedrijfname
│27