Bedrijfstemperatuur van de
thermische motor
Zonder extern signaal
De bedrijfstemperatuur wordt ingesteld op basis van één
van de onderstaande grafieken. Zoek de temperatuur
voor de thermische motor welke correspondeert met de
gewenste verdampingstemperatuur. Voer deze waarde in
de regelaar in zoals aangegeven onder "Instellen van de
temperatuurreferentie van de thermische motor".
CVQ
TQ
De weergegeven lijnen in de grafieken zijn bij benadering.
Voorbeeld
CVQ type = 0-6 bar
Koudemiddel = R717
Er is een constante verdampingstemperatuur of ingangsdruk aan de klep van -9°C
( bar) gewenst.
Volgens de CVQ grafiek komt dit overeen met een temperatuur voor de thermische
motor van 80°C. Stel de basis temperatuurreferentie van de thermische motor in op
80°C.
Als de thermische motor zijn bedrijfstemperatuur bereikt heeft kan het nodig zijn de
instelling nog wat bij te stellen m.b.v. een manometer.
EKC 366
Handleiding RS8AD10 © Danfoss 05-006
Met extern signaal
Als de klep bediend wordt aan de hand van een extern signaal
moeten er twee instellingen worden gemaakt. Ten eerste de
referentietemperatuur zoals hiernaast omschreven en ten tweede
moet worden ingesteld hoeveel het externe signaal de temperat-
uur in de thermische motor mag beïnvloeden. Deze waarde wordt
ook afgelezen uit één van onderstaande grafieken. De waarde
wordt ingesteld in menu r06.
Als de waarde te laag wordt ingesteld is het voor de klep niet
mogelijk volledig te openen of te sluiten.
KVQ
CVMQ
De twee kromme lijnen zoals weergegeven gelden bij een klepveerinstelling
gelijk aan de fabrieksinstelling. Als de veerinstelling gewijzigd wordt naar een
hogere druk zal de kromme lijn ook verschuiven corresponderend met een
hogere temperatuur.
5