Schermvergrendeling instellen
●
instellen. Wanneer u de code hebt ingesteld, verandert deze
optie in Schermvergrend. wijzigen.
-
Geen
: de schermvergrendeling uitschakelen.
-
Patroon
: een ontgrendelingspatroon instellen om het scherm
te ontgrendelen.
-
Geef PIN-code in
scherm te ontgrendelen.
-
Wachtwoord
het scherm te ontgrendelen.
SIM-kaartvergrendeling instellen
●
-
SIM-kaart vergrendelen
in- of uitschakelen. Deze functie zorgt dat het toestel pas kan
worden gebruikt nadat de PIN-code is ingegeven.
-
SIM-pincode wijzigen
wijzigen.
Waarschuwing SIM-kaart wijzigen
●
opsporen in- of uitschakelen. Met deze functie kunt u uw toestel
terugvinden in geval van verlies of diefstal.
Waars. berichtontvangers
●
voor de waarschuwingsmelding.
Externe functies
●
afstand te beheren via internet.
Wachtwoorden zichtbaar
●
bij het ingeven om veiligheidsredenen als · weergegeven. Hier
kunt u instellen dat het wachtwoord bij het ingeven gewoon
wordt weergegeven.
Apparaatbeheerders selecteren
●
apparaatbeheerprogramma's weergeven die op uw toestel zijn
geïnstalleerd. U kunt apparaatbeheerprogramma's activeren om
een nieuw beleid op uw toestel toe te passen.
Veilige aanmeldingsgegevens gebruiken
●
referenties gebruiken om verzekerd te zijn van een veilig gebruik
van diverse applicaties.
Installeer uit USB-opslag
●
die zijn opgeslagen in de USB-opslag.
: een PIN-code (numeriek) instellen om het
: een wachtwoord (alfanumeriek) instellen om
: de functie voor PIN-vergrendeling
: de PIN-code van de SIM- of USIM-kaart
: ontvangers toevoegen of bewerken
: stel deze optie in om een verloren toestel op
: standaard worden wachtwoorden
: gecodeerde certificaten installeren
Instellingen
130
: de ontgrendelingscode
:
: de functie Mobiel
p. 33
►
: de
: certificaten en