Weergavestop bij meetwaarde-uitgave
De werking van het signaal voor meetwaarde-uitgave op de teller wordt in
bedrijfsparameter P23 vastgelegd.
Meelopende weergave, geen weergavestop:
afleeswaarde komt overeen met meetwaarde
Gestopte weergave: weergave wordt vastgehouden (ingevroren) en bij ieder
signaal naar meetwaarde-uitgave geact. (
Gestopte/meelopende weergave: weergave stopt, zolang er een signaal voor
meetwaarde-uitgave aanligt (
Foutmeldingen
Foutmelding
Wanneer de oorzaak van de fout opgeheven is:
druk op de toets CL.
Melding
Wanneer alle decimale punten knipperen, is de meetwaarde te groot of te klein:
bepaal een nieuw referentiepunt of verplaats terug.
Wanneer alle classificatiesignalen knipperen, is de classificatie-bovengrens
kleiner dan de ondergrens.
1)
Deze fouten zijn belangrijk voor een aangesloten apparaat.
Het foutsignaal (pin 19) aan de sub-D-aansluiting EXT is actief.
Oorzaak en verwerking
laatste meetwaarde nog niet opgevraagd
extern apparaat niet gereed voor data-overdracht
(
verschijnt maar één keer!)
data in-/uitgang:
pariteitsfout of foutief overdrachtsformaat
foutieve ingavewaarde
overloop door extern bepalen
overloop schakelgrens 1
overloop schakelgrens 2
overloop classificatie-ondergrens
overloop classificatie-bovengrens
som- of verschilweergave niet weer te geven
signaal van meetsysteemingang X1 of X2 te klein
(b.v., wanneer meetsysteem vervuild is)
ingangsfrequentie voor meetsysteemingang X1 of X2 te hoog
(b.v., wanneer verplaatsingssnelheid te groot is)
interne telleroverloop
fout bij het passeren van de referentiemerken
foutmelding wissen: apparaat uitschakelen!
Bij herhaald optreden: service informeren!
bedrijfsparameters controleren!
Bij herhaald optreden: service informeren!
(
).
).
1)
).
1)
1)
1)
1)
1)
1)