Inhoudsopgave
Advertenties
Appendix
De regelfuncties zijn hieronder gedetailleerd beschreven.
De PC referentie (parameter "r33")
Er kan tussen de volgende vier instellingen worden gekozen:
1. PI regeling. Vaste referentie; constante condensatietemperatuur
. PI regeling. Vlottende referentie met buitentemperatuur;
variabele condensatietemperatuur.
3. Als '1' maar dan met P regeling. De condensatiedruk kan iets
hoger zijn dan de aangegeven Pc referentie.
4. Als '' maar dan met P regeling. De condensatiedruk kan iets
hoger zijn dan de aangegeven Pc referentie.
Om de variatie van de referentie te begrenzen, als voor vlottende
condensatiedrukregeling is gekozen (mode & 4), moeten twee
1. PI regeling met vaste referentie
Ref
De referentie kan altijd worden uitgelezen in parameter 'r9' .
Het setpoint (r8) moet voor alle capaciteiten haalbaar zijn.
Als de condensatietemperatuur verhoogd moet worden, voor
bijvoorbeeld warmteterugwinning, moet een 'offset' waarde
2. PI regeling met vlottende referentie
Ref
De referentie volgt de buitentemperatuur Sc3. Als de
buitentemperatuur één graad daalt, zal de referentie ook één
graad dalen. De referentie is ook afhankelijk van de ingeschakelde
compressorcapaciteit.
Als de condensatietemperatuur verhoogd moet worden, voor
bijvoorbeeld warmteterugwinning, moet het setpoint (r8) op
deze waarde worden ingesteld.
Handleiding RS8DD610 © Danfoss 10-006
waarden worden ingesteld. Een maximum waarde (r30) en een
minimum waarde (r31). De totale regelreferentie (Pc ref 'r9') zal
nooit buiten deze grenzen treden.
Als beveiliging tegen een te hoge condensatietemperatuur,
moet een Pc max. waarde (A30) worden ingesteld. Als de
condensatietemperatuur deze waarde benaderd zullen geleidelijk
de compressoren worden afgeschakeld.
De verschillende regelmethoden werken als volgt:
Setpoint
worden ingesteld (r34). De DI5 functie moet in dit geval op 1
worden ingesteld.
Als DI5 nu wordt kortgesloten zal de referentie met de in 'r34'
ingestelde waarde worden verhoogd/verlaagd.
De DI5 functie moet in dit geval op 1 worden ingesteld.
Als DI5 nu wordt kortgesloten zal de referentie overschakelen naar
de waarde van 'r8' . De referentie kan altijd worden uitgelezen in
parameter 'r9' .
Als de buitentemperatuursensor defect is, zal de referentie
overschakelen naar de instelling van 'r8' .
EKC 531D1
Advertenties
Inhoudsopgave
