1 . 1 . 1 . 1 . Veiligheid
Dit toestel werd ontworpen, ontwikkeld en getest overeenkomstig de
IEC
61010
norm
(veiligheidsnorm
meetapparatuur)
en
vervolgens
omstandigheden nadat het de kwaliteitscontrole ondergaan heeft.
De handleiding bevat waarschuwingen en veiligheidsregels die men
dient na te leven om een veilige bediening evenals de goede
werking van het toestel te waarborgen.
zorgvuldig alvorens het toestel in gebruik te nemen
WAARSCHUWING
Lees de richtlijnen in deze handleiding alvorens het toestel te
•
gebruiken.
Houd de handleiding in handbereik voor snelle raadpleging.
•
Gebruik het toestel enkel voor de toepassingen waarvoor het
•
werd ontworpen.
Tracht de richtlijnen goed te begrijpen en volg ze nauwgezet
•
op. Het niet-naleven van deze instructies kan schade aan het
toestel et/of de te testen apparatuur veroorzaken.
Het symbool
op het toestel verwijst de gebruiker naar het
desbetreffende hoofdstuk in de handleiding, dit teneinde een veilige
bediening te verzekeren. Lees de richtlijnen in dit verband.
GEVAAR: wijst op situaties en handelingen die gevaar inhouden
voor ernstig lichamelijk letsel, met soms dodelijke afloop.
WAARSCHUWING: wijst op situaties en handelingen die ernstig
lichamelijk letsel kunnen veroorzaken, met soms fatale afloop.
OPGELET: wijst op situaties en handelingen die lichamelijk letsel
of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
voor
elektronische
afgeleverd
in
de
beste
Lees de handleiding
.
-1-
GEVAAR
Voer geen metingen uit op een circuit waarvan het elektrisch
•
potentiaal t.o.v. de aarde meer dan 600V AC/DC bedraagt.
Doe geen meting in de nabijheid van ontvlambare gassen; dit
•
vanwege het ontploffingsgevaar.
Voer geen meting uit als het toestel of uw handen vochtig zijn.
•
Opgelet tijdens een spanningsmeting dat u de spanningskabels
•
niet kortsluit met de metalen meetpunten; dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
Respecteer de maximumingang voor elk bereik.
•
Druk niet op de testknop indien de meetsnoeren met het toestel
•
verbonden zijn.
Open het batterijcompartiment niet tijdens de meting.
•
Raak
het
te
testen
•
isolatieweerstandsmeting of vlak na een meting. De testspanning
kan een elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING
Voer geen meting uit als het toestel zichtbare schade vertoont,
•
zoals een defecte behuizing, beschadigde meetsnoeren of
onbeschermde metalen onderdelen.
Verplaats de bereikschakelaar niet als de meetsnoeren met de te
•
testen apparatuur verbonden zijn.
Installeer zelf geen wisselstukken en breng geen veranderingen
•
aan maar stuur het apparaat terug naar uw verdeler voor
herstelling of herijking.
Vervang de batterijen niet als het toestel vochtig is.
•
Controleer of de meetsnoeren stevig met de aansluitklemmen
•
verbonden zijn.
Schakel het toestel uit als u het batterijcompartiment opent om de
•
batterijen te vervangen.
circuit
niet
aan
tijdens
-2-
een