Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWING: Gebruik geen niet-goedgekeurde benzine, zoals E15 en E85. Meng de
Gebruik geen olie met benzine en pas de motor niet aan voor gebruik met alternatieve
Brandstoffen. Het gebruik van niet-toegestane brandstoffen beschadigt de motoronderdelen en
vervalt de garantie op de motor. Om het brandstofsysteem tegen aanslag te beschermen
Voeg aan de brandstof een brandstofstabilisator toe om de brandstof te beschermen. Niet alle
brandstoffen zijn
identiek. Indien zich opstart- of prestatieproblemen voordoen, dient u de leverancier of de
Brandstofmerk.
De brandstof moet aan de volgende criteria voldoen:
-
Schone, nieuwe en loodvrije benzine.
-
Een minimum octaangehalte van 87/87 AKI (91 RON). Voor gebruik op grote hoogte, zie hieronder
-
Benzine met een ethanolgehalte tot 10% is toegestaan.
-
Verwijder de tankdop. Vul met brandstof.
-
Sluit de brandstoftank af met de dop.
Niet te veel vullen. Veeg overgelopen brandstof weg voordat u de motor start.
5.2 MOTOROLIE
Aanbevolen olie: Wij adviseren het gebruik van een hoogwaardige reinigingsolie van de klassen SF, SG, SH,
SJ of hoger. Gebruik geen speciale additieven.
Het vullen van de olietank
-
Open de olietank.
-
Vul de olie rechtstreeks in de tank. Niet te veel vullen.
-
Sluit de olietank. Veeg gemorste olie op.
Oliepeil controleren
-
Controleer het oliepeil met uitgeschakelde en stilstaande motor.
-
Verwijder de plug/peilstok uit de olietank en veeg hem af.
-
Steek de olievuldop/peilstok in de vulopening zoals afgebeeld zonder hem vast te schroeven en
verwijder hem vervolgens om het oliepeil te controleren.
-
Als het oliepeil dichtbij of onder de ondergrens van de peilstok staat, verwijdert u de peilstok en vult u
het aanbevolen oliereservoir tot de bovengrens van de peilstok (onderste rand van de peilstok). Niet
te veel vullen.
-
Plaats de olietankdop / peilstok terug.
6. GEBRUIK
6.1 HET GEREEDSCHAP STARTEN
Controleer de aanwezigheid en de werking van de veiligheidsvoorzieningen voordat u de maaier start
en gebruikt. Controleer ook de toestand van het blad en de bevestigingsschroef. Vervang of repareer zo
nodig defecte onderdelen. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
-
Plaats de maaier op een vrije, vlakke ondergrond.
-
Druk meerdere malen (minstens 8 keer) op de ontsteker (1).
-
Ga achter het stuur staan. Beweeg de bedieningshendel voor het stuur naar achteren, zodat de
hendel tegen het stuur ligt. Pak de startgreep stevig vast met de andere hand.
-
Trek stevig aan het starterkoord totdat de motor start.
10
Advertenties
Inhoudsopgave
