7.2
Procedure voor inbedrijfstelling
Afb.27
300026832 - v06 - 02022017
7.1.2
Elektrische aansluiting
1. Controleer of de sensors goed op hun plaats zitten en aangesloten
zijn.
2. Controleer de elektrische aansluitingen, vooral de aarding.
Opgelet
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er
kend installateur.
Opgelet
Tijdens het opwarmen kan er via de veiligheidsklep of via het vei
ligheidsaggregaat een bepaalde hoeveelheid water weglekken ten
gevolge van de uitzetting van het water. Dit is een heel normaal
verschijnsel, dat in geen geval verhinderd mag worden.
Wanneer het warmwatertoestel eenmaal is aangesloten op het lichtnet,
wordt het geheel bestuurd vanaf het bedieningspaneel van de ketel. Tij
dens het gebruik zijn er geen directe handelingen op het warmwatertoestel
nodig.
M003223-A
7 Inbedrijfstelling
200 SSL
33