Installatie en Onderhoud
7.5. OutPutS submenu
In dit submenu kunnen de 4-20 mA, modbus en puls- uitgangen aangepast worden.
(Indien
en
geselecteerd zijn, geeft
de gepulseerde uitgang
de netto energie in kW,
MW)
7.5.1.1.
4-20 mA Output submenu
In het 4-20 mA submenu kan het bereik de 4-20 mA uitgang
opnieuw ingesteld worden en opnieuw gekalibreerd worden
Indien warmtemeting en 'POWER' geselecteerd zijn, geeft de 4-
20 mA uitgang de nettostroom in MWh.
7.5.1.2.
SORCE
Dit verandert de brondata voor 4-20 mA tussen FLOW en
POWER.
7.5.1.3.
SEt4 mA
Dit stelt de waarde van het debiet of stroom in, equivalent aan 4
mA. De minimumwaarde die ingesteld kan worden als 4 mA is 0
en de maximum is het 20 mA equivalentwaarde min één.
7.5.1.4.
SEt20 mA
Dit stelt de waarde van het debiet of stroom in, equivalent aan 20
mA. De minimumwaarde die ingesteld kan worden als 20 mA is
het 4 mA equivalent plus één, en de maximumwaarde is het
maximum van de meter bij 32 bar eff. De 20 mA waarde moet altijd
minstens één groter zijn dan de 4 mA waarde.
IM-P337-69 / EMM-BEn-05
warmtemeting
'ENERGy'
- 25 / 42 -
(Indien warmtemeting en 'POWER' geselecteerd
zijn, geeft de 4-20 mA uitgang de nettostroom in
kW, MW)
In kg/h, Mwh
Verbindt een DMM en gebruik de
pijltjestoetsen
naar
boven
beneden om 4 of 20 mA in te
stellen.
In kg/h, Mwh
Niet hoger dan 4 pulsen/seconde
Standaard
Voor grotere ILVA20's waar het maximumdebiet groter is dan het
SMALL schaalbereik van 99999, moet de schaal op LARGE
ingesteld worden. Zie 7.3.3.
7.5.1.5.
CHECK 4 mA
Hier kan de 4 mA waarde opnieuw gekalibreerd worden. Een
digitale voltmeter/multimeter moet verbonden worden met de
"LOOP TEST" klemmen. Zie hoofdstuk 5.2 De 4-20 mA
stroomcyclus testen. Via de rechter pijltjestoets toont het display
OP = 4 mA en de MVT10 zal een stabiele 4 mA uitgang hebben.
Indien de multimeter geen 4 mA afleest, pas de waarde aan met
de pijltjestoetsen naar boven en beneden tot de multimeter 4 mA
aangeeft. Bevestig met 'OK'.
ILVA20 / MVT10
en
Standaard