2.2.5 Alarm 1, Alarm 2
Deze functies maken het mogelijk vanuit de automatische besturingen cyclisch alarmen te verzenden op de bus
(anemometer, regendetector, Schemerschakelaar, enz.).
Voor de opstelling van de luiken in de veiligheidsstand in geval van slecht weer: koppel de functies Alarm 1 en
Alarm 2 met de objecten Alarm 1 en Alarm 2 van de uitgangsmodule Rolluik / Jaloezie.
Deze functies hebben de hoogste prioriteit. Het alarm 1 heeft een grotere prioriteit dan het alarm 2.
➜
Parameterscherm
➜
Parameter
Parameter
Kanaal functie
Cyclustijd periodiek verzenden
alarm
Actieve flank
Verzending na initialisatie,
Busspanningterugkeer of
applicatie laden
Blokkeren
LED signalering
TXB322 - TXB344
Scherm 11
Beschrijving
Deze parameter definieert de
functie alarm.
Deze parameter definieert de
frequentie van het zenden van het
object Alarm 1 of Alarm 2
Deze parameter definieert de
flank waarvoor het alarm
ingeschakeld is.
Deze parameter definieert of bij
de initialisatie van het product, bij
herstel busspanning of na
download, de status van de
ingang op de bus verzonden
wordt.
Met deze parameter kan het
gebruik van de ingang
geblokkeerd worden. Door
Blokkeren wordt de verzending
van commando's verhinderd.
Met deze parameter kan de
besturing van de LED-uitgang
worden gedefinieerd..
De LED-uitgang wordt bestuurd:
Via de overeenkomende ingang
Via het communicatieobject
uitgang x - statusindicatie
21
Waarde
Alarm 1,
Alarm 2
Niet in gebruik, 5 s, 30 s, 1 min, 5 min, 10 min,
30 min, 1 u, 2 u, 3 u, 5 u.
Standaardwaarde: 10 min
Opgaande flank
Neergaande flank
Standaardwaarde: Opgaande flank
Niet in gebruik, Gebruikt
Standaardwaarde: Niet in gebruik
Niet in gebruik, Gebruikt
Standaardwaarde: Niet in gebruik
Commando via ingang
Status gestuurd via object
Standaardwaarde: Status gestuurd via object
6LE005033A