3. Zorg ervoor dat beide contacten goed zijn vastgedraaid.
4. Plaats de beschermende handgrepen over de aansluitklemmen. (Figuur 2)
Figuur 1.
Figuur 2.
4.4.2. Voedingskabels aansluiten met een krimpaansluiting
1. Verwijder de aansluitklemmen voor voertuigen. (Figuur 3)
2. Sluit de last of de oplader aan op de X2 (+) pool van de accu. (Figuur 4)
Gebruik de meegeleverde M8-bout, veerring en platte onderlegring om de accukabel aan te sluiten.
!
Waarschuwing! Sluit de X1 (-) pool niet als eerste aan, aangezien dit kan leiden tot kortsluiting.
3. Sluit de X1 (-) pool van de accu aan. (Figuur 4)
Gebruik de meegeleverde M8-bout, veerring en platte onderlegring om de accukabel aan te
sluiten.
4. Zorg ervoor dat beide contacten worden aangehaald tot 13Nm.
5. Plaats de beschermende handgrepen over de aansluitklemmen. (Figuur 5)
22
5
2
4
3
1
6
13 Nm
2x
2x
2 3 5