INSTALLATIE
Parameteroverzicht
17. Parameteroverzicht
17.1 Systeem
Menuoptie/
Opties
Eenheid
parameter
Koelwerking
UIT | AAN
Lokale bedie-
UIT | AAN
ning
Statusmelding
UIT
batterij
Aantal kanalen
UIT
dynamisch
debiet
Nalooptijd dy-
UIT
namisch debiet
Ontdooien
UIT | AAN
Reset
UIT | UIT-
VOEREN
www.stiebel-eltron.com
min.
max.
%
5
50
1
24
Min
1
60
Stan-
Installa-
Bijzonder ken-
daard
tiewaarde
AAN
AAN
10
UIT
alleen bij vloerver-
warming
5
AAN
UIT
merk
Activeer of deactiveer de koelwerking voor
alle ruimten.
Activeer of deactiveer de directe bediening
(instelling gevraagde waarde) aan de radia-
torthermostaat of de kamertemperatuurvoe-
ler.
Wanneer u de functie voor individuele ruimten
wilt deactiveren, kunt u dat vastleggen via
de ruimte-instellingen voor de betreffende
ruimte.
Wanneer de lading van de batterij lager is dan
de hier ingestelde waarde, wordt in de app
een melding weergegeven.
Stel in hoeveel ruimten in een verwarmings-
circuit deelnemen aan de geforceerde circu-
latie.
Wanneer de geforceerde circulatie naar een
andere ruimte wisselt, blijft het ventiel in de
vorige ruimte gedurende de hier ingestelde
nalooptijd geopend.
Wanneer er een ontdooiaanvraag aanwezig
is, kan de warmte uit het systeem gebruikt
worden.
Reset de verwarmingsrelevante parameters
naar de fabrieksinstelling. Netwerk- en ge-
bruikersgegevens blijven bestaan.
EASYTRON Connect |
Beschrijving
29