3
DE INSTELLINGEN VAN DE HANDSET EN VAN HET
BASISSTATION WIJZIGEN
3.1 De naam van de handset
U kunt de gebruikersnaam van de handset wijzigen. Wijzig deze als volgt:
1. Druk op
2. Druk op
en selecteer het handset-menu.
3. Druk op
4. Druk op
en selecteer "Handset-naam".
5. Druk op
6. Wijzig de naam (maximaal 8 lettertekens - zie hoofdstuk 1.7 over het gebruik van
de toetsen)
7. Druk op
om uw keuze te bevestigen.
8. Houd
ingedrukt om deze bewerking te beëindigen.
3.2 Handset automatisch opnemen
Als deze functie is ingeschakeld, kunt u een oproep beantwoorden door de handset
uit het basisstation te nemen. Standaard staat automatisch opnemen op "Aan". U
zet automatisch opnemen als volgt uit:
1. Druk op
2. Druk op
en selecteer het handset-menu.
3. Druk op
4. Druk op
en selecteer "Auto beantw".
5. Druk op
en stel automatisch opnemen in op "Aan" of "Uit".
6. Druk op
om uw keuze te bevestigen.
7. Houd
ingedrukt om deze bewerking te beëindigen.
Let op: Als automatisch antwoorden UIT staat, moet u op
gesprek aan te nemen.
drukken om een
26