Zet de handset terug in het basisstation om hem op te laden. Het lampje [CHARGE]
op het basisstation zal oplichten om aan te geven dat de handset wordt opgeladen.
Zet de handset altijd met het toetsenbord naar de voorzijde in het basisstation.
Als de batterijen volledig zijn opgeladen, ziet het batterij-
symbooltje op de handset er zo uit
U kunt nu weer bellen met de handset.
3. De batterijen van de handset vervangen
Als na lang gebruik van de handset de batterijen niet meer
kunnen worden opgeladen, moet u ze wellicht vervangen.
Vervang altijd beide batterijen. Gebruik dezelfde soort
batterijen als meegeleverd. Maak het batterijvakje open
door het deksel in de richting van de pijl te schuiven.
Batterijen voor de noodvoeding van het scherm van het
basisstation
1. Plaats de batterijen (NIET-oplaadbare) op de aangegeven
manier in het vakje.
2. Doe het deksel van het batterijvakje weer dicht en draai
de schroef vast.
1.6 Voorbereidingen voor gebruik
Waarschuwing voor 'buiten bereik'
Als de handset buiten bereik is van het basisstation, klinkt er
een geluidsignaal om u te waarschuwen en staat er het
volgende op het scherm:
Is dit bij u het geval, ga dan dichter bij het basisstation staan
tot het scherm op de handset niet meer knippert.
Let op: Het waarschuwingssignaal voor 'buiten bereik' staat standaard aan.
Wilt u dit waarschuwingssignaal uitschakelen, lees dan het hoofdstuk
Geluidsignalen en Volume.
Belangrijk: Door radiostoorsignalen in de omgeving, kan soms het contact
tussen de handset en het basisstation kort wegvallen. In die gevallen
schakelt het basisstation automatisch heel snel over op een ander
kanaal om de storing te omzeilen en het contact te herstellen.
Tijdens deze korte periode zal het scherm van de handset gaan
knipperen.
.
Basisstation
10