Pagina 4
Toetsenbord-besturingstoetsen Toets Functie Bediening besturing Indrukken van hetzij de linker- of de Zweefstand maairotor AAN/UIT. rechtertoets zal de functie Zweefstand maairotor AAN/UIT zetten. Zweefstand arm / Geavanceerde Indrukken van hetzij de linker- of de zweefstand arm * AAN/ UIT rechtertoets zal de functie Zweefstand arm (* waar van toepassing).
Pagina 6
ROTORBEDIENING Wanneer de rotor wordt uitgeschakeld zal hij onder zijn eigen momentum gedurende maximaal 40 seconden blijven 'freewheelen' voordat hij eindelijk tot stilstand komt - verlaat de cabine niet en probeer niet om de klepelkop te naderen tot de rotor helemaal stil staat.
Pagina 7
TEMPERATUURCOMPENSATIE – KEUZE & KALIBRATIE De besturingseenheid beschikt over een ingebouwd temperatuurcompensatiesysteem dat automatisch de prestaties van het systeem bijstelt als functie van verhoogde spoeltemperaturen, waarbij maximale bedrijfsprestaties onder alle werkcondities wordt verzekerd. Bij de initiële machinesetup moet het temperatuurcompensatiesysteem worden gekalibreerd en geactiveerd;...
Pagina 8
KEUZE BANG-BANG- / PWM-MODE – ZWENK- & TELE-UITGANGEN Deze besturingseenheden kunnen ‘Bang Bang’ of proportioneel bestuurde afsluiters bedienen en zullen in de fabriek worden ingesteld om overeen te komen met de specifieke machine waarmee zij worden geleverd. Waar een besturingseenheid als vervanging wordt geleverd of op een andere machine wordt gebruikt, moet deze worden gereconfigureerd om overeen te komen met het speciale afsluitersamenstel van de machine;...
KALIBRATIE BESTURINGSEENHEID Als om welke reden dan ook de bedieningselementen niet meer reageren zal de eenheid moeten worden gekalibreerd; de procedure hiervoor wordt hieronder weergegeven. Met het apparaat uitgeschakeld; druk tegelijkertijd Wanneer alle LED's oplichten; laat de beide op de beide knoppen voor de draairichting van de toetsen los.
Pagina 10
FOUT / DEFECTRAPPORTAGE Foutdetectie / rapportering wordt aangegeven door specifiek knipperen van de LED(s) op de besturingseenheid; afhankelijk van de aard van het defect worden deze aangegeven door het alleen knipperen van de voedings-LED bij een specifiek defect of door knipperen van alle LED’s tegelijkertijd voor een kritiek hardwaredefect.