Functieoverzicht
Funktie
Standaard display
Standaard wordt het signaal van de druktransmitter weergegeven. Als de regelaar
gebruikt wordt als relaismodule wordt uin weergegeven in het display.
Drukregeling
Setpoint
Regeling wordt gebaseerd op de ingestelde waarde
(Druk beide toetsen gelijktijdig in om het menu in te stellen.)
Neutral zone
Rond het ingestelde setpoint is een neutrale zone. Zie ook pagina 2.
Verschuiving van het setpoint
Het ingestelde etpoint kan gewijzigd worden met een vaste waarde met behulp van
een signaal op de DI ingang. De regeling wordt dan gebaseerd op het ingestelde
setpoint plus de onder "r13" ingestelde waarde.
Het resultaat wordt zichtbaar als u de onderste toets op het frontpaneel indrukt. (Zie
ook Defi nitie van DI ingang).
Begrenzing setpoint instellen
Het instelbreik van het setpoint kan begrenst worden om te vookomen dat er per
ongeluk een te hoge of te lage waarde wordt ingesteld wat tot schade van het
systeem kan leiden. Door deze instelling kan het setpoint alleen tussen deze twee
waarden worden ingesteld.
Max. toegestane setpoint
Min. toegestane setpoint
Drukeenheid
Hier kunt u instellen of de regelaar de druk in bar of in psig moet weergeven.
(Als psig wordt geselecteerd moeten de instellingen ook volgens psig worden in-
gevoerd.)
Alarm
De regelaar kan alarm geven in diverse situaties. In geval van alarm gaan alle LED's op
het frontpaneel van de regelaar, knipperen en het alarmrelais wordt bekrachtigd.
Bovenste alarmgrens
Hier stelt u in bij welke druk het "hoge druk" alarm moet inkomen. Deze waarde is een
absolute waarde.
Zie ook noodprocedure op pagina 5.
Onderste alarmgrens
Hier stelt u in bij welke druk het "lage druk" alarm moet inkomen. Deze waarde is een
absolute waarde.
Zie ook noodprocedure op pagina 5.
Alarmvertaging
Als één van de twee grenswaarden wordt overschreden treedt er een tijdfunctie in
werking. Het alarm wordt pas actief als de hier ingestelde tijdvertraging is verstreken.
De tijdvertraging wordt ingesteld in seconden
Druk de bovenste toets op het frontpaneel kort in om een alarm te bevestigen en de
alarmcode zichtbaar te maken in het display.
EKC 331
Handleiding RS.8A.G2.10 © Danfoss 08/2001
Para-
Parameter bij bediening via data-
meter
communicatie
Pressure
Reference
-
Press. set point
r01
Neutral zone
r13
Pressure off set
Reference
r02
Max. set point
r03
Min. set point
r05
Unit
bar=0
psig=1
(I AKM wordt aleen bar gebruikt
ongeacht de instelling)
Alarm settings
A10
Max. pressure
A11
Min. pressure
A03
Alarm delay
Reset alarm
Deze functie reset alle allarmen indien
ingesteld in pos. "ON".
Alarm relay
Hier leest u de status af van het alarm-
relais.
("ON" geeft aan dat er een alarm is)
Met datacommunicatie kan de
prioriteit van de indivduele alarmen
worden gefefi nieerd. De insteling
wordt gedaan in het "alarmbestem-
mingen" menu. Zie ook pagina 8.
3